Schuinstand van het maaidek
wijzigen
1. Om de schuinstand van het maaidek bij te stellen, moet
u draaien aan de borgmoer op de achterste verstelbare
verbinding (Fig. 15).
Opmerking: Om de voorkant van het maaidek hoger te
zetten, draait de borgmoer naar rechts; om de voorkant
lager te zetten, draait u de borgmoer naar links.
2. Na de afstelling moet u de schuinstand van het maaidek
controleren. Zie Schuinstand van het maaidek
(lengterichting) controleren, blz. 8.
3. Herhaal stappen 1 en 2 tot het verschil niet groter is dan
6 mm.
1
2
Figuur 15
1. Verstelbare verbinding
Transporthoogte instellen
U kunt de transporthoogte instellen om het maaidek stabiel
te houden in de opgeheven, vergrendelde positie.
1. Zet het maaidek in de hoogste maaistand (Fig. 22) en
controleer of de transporthoogtestops in contact komen
met de onderkant van de trekstangen (Fig. 16).
2. Indien nodig moet u de transporthoogtestops los zetten
en zodanig verstellen zodat zij heel lichtjes contact
maken met de onderkant van de trekstangen (Fig. 16).
3
1
m–6637
Figuur 16
1. Transporthoogtestop –
rechterkant getoond
m–3499
2. Borgmoer
2
2. Trekstang
3. Voetsteun, rechterkant
3. Zet de werktuighefhendel of de elektrische lift helemaal
omhoog. Controleer of de stootblokken op de achter-
kant van de trekstangen van het maaidek contact maken
met de onderkant van de voetsteunen (Fig. 17).
2
Figuur 17
1. Stootblok
2. Rechter achterband
4. Als de stootblokken geen contact met de voetsteunen
maken, moet u de hefketting verstellen door te draaien
aan de moer op de oogbout in de achterste opening van
de tractorlift (Fig. 18). Draai de moer naar rechts om het
maaidek hoger te zetten of naar links om dit lager te
zetten.
5. Als een stootblok geen contact met de voetsteun maakt,
moet u de transporthoogtestop verstellen (Fig. 16).
5
Figuur 18
1. Stootblok
2. Draaipen
3. Stelbouten
9
1
3
m–6623
3. Trekstang
4. Voetsteun
2
1
4
3
m–2813
4. Transporthoogtestop
5. R-pen
4