Gebruikershandleiding
1100 TP-O / 0900 HF-E
1.2 Systeem
In het hiernavolgende is het werkingsprincipe van het TP-O systeem beschreven. Deze sys-
temen minimaliseren de bestreken baan van trekker-oplegger combinaties tijdens het rijden
van bochten. De stabiliteit tijdens rechtuitrijden wordt gerealiseerd, door de wielen con-
structief naloop ("caster") te geven.
1.2.1 TP-O systeem
Een TP-O systeem wordt toegepast op opleggers waarop geen ruimte is voor molen-
besturing. Zodra er meerdere gestuurde assen worden toegepast, worden deze door middel
van stuurstangen met elkaar verbonden. De TP-O pendelasophanging is met een spoorstang
aan de onderzijde verbonden..
Afb.1-1
Zodra de aangekoppelde trekker een bocht naar links maakt, wordt de stuurversneller (2),
door de draaikrans (1) op het koppelingsplateau, naar voor getrokken.
De stuurversneller is aan de andere zijde verbonden met de constructie (3) voor de bedie-
ning van de hydraulische cilinders in het aanbouwdeel. Beide cilinders (5) worden aan-
gestuurd welke aan het chassis en de TP-O pendelasophanging zijn bevestigd, hierdoor
ontstaat er een hoekverdraaiing. De stuurstangen (6) geven de stuurbeweging door naar de
andere TP-O pendelasophanging welke per zijde aan elkaar gekoppeld zijn.
5
Art. nr.: 162022 NL-1
Uitgave 04/2021