7.4.5
Remsysteem
VOORZICHTIG
!
Vallen door falen van de rem
Versleten remschijven en remvoeringen en
onvoldoende hydraulische olie in de remleiding
verminderen de remwerking. Een val met letsel
kan het gevolg zijn.
Controleer periodiek de remschijven, de
remvoeringen en het hydraulische
remsysteem en laat deze zo nodig vervangen.
De frequentie waarmee onderhoud aan de rem
moet worden uitgevoerd wordt bepaald door zowel
de frequentie van het gebruik als de
weersomstandigheden tijdens het gebruik. Wanneer
de pedelec onder extreme omstandigheden wordt
gebruikt, zoals bv. regen, modder of lange
afstanden, moet het onderhoud vaker worden
uitgevoerd.
7.4.6
Remvoeringen op slijtage
controleren
Controleer de remvoeringen na 1000 keer vol
remmen.
Controleer dat de remvoeringen nergens
dunner zijn dan 1,8 mm resp. dat remvoering
en dragerplaat samen nergens dunner zijn dan
2,5 mm.
Trek aan de remhendel en houd deze vast.
Controleer daarbij dat de slijtagekaliber van de
transportbeveiliging tussen de dragerplaten
van de remvoeringen past.
De remvoeringen hebben de slijtagegrens niet
bereikt. Anders moet een dealer de
remvoeringen vervangen.
7.4.7
Drukpunt controleren
Trek meerdere keren aan de remhendel en
houd deze vast.
Wanneer het drukpunt niet duidelijk voelbaar is
en verandert, moet een dealer de rem
ontluchten.
MY20Z01-16_1.0_12.06.2019
7.4.8
Remschijven op slijtage controleren
Controleer dat de remschijf nergens dunner is
dan 1,8 mm.
De remschijven hebben de slijtagegrens niet
bereikt. Anders moet een dealer de
remschijven onmiddellijk vervangen.
7.4.9
Elektrische bekabeling en
remkabels
Controleer alle zichtbare elektrische leidingen
en bowdenkabels op beschadigingen.
Wanneer bv. mantels zijn opgestuikt, moet de
pedelec buiten gebruik worden gesteld tot de
bowdenkabels zijn vervangen.
Controleer alle elektrische leidingen en
bowdenkabels op functionaliteit.
7.4.10 Versnelling
Controleer de afstelling van de versnelling en
de schakelhendel resp. de draaibare
handvatschakelaar van de versnelling en
corrigeer deze zo nodig.
7.4.11 Voorbouw
De voorbouw en het snelspansysteem moeten
periodiek worden gecontroleerd en zo nodig
door de dealer worden afgesteld.
Wanneer daarvoor de inbusschroef wordt
losgedraaid, moet dan ook de lagerspeling
worden afgesteld. Daarna moeten de
losgedraaide schroeven worden voorzien van
een matig schroefborgmiddel (bv. Loctite
blauw) en conform de eisen worden
vastgedraaid.
Controleer op slijtage en tekenen van corrosie
(onderhouden met een geoliede doek) en
controleer op olielekkage.
7.4.12 USB-aansluiting
Aanwijzing
Via de USB-aansluiting binnendringend vocht kan
in het display kortsluiting veroorzaken.
Controleer regelmatig dat de afdekking van de
USB-aansluiting correct is aangebracht en
corrigeer dat zo nodig.
Reinigen en onderhouden
95