6.5
Voor het rijden
VOORZICHTIG
!
Vallen door onopgemerkte schade
Na een val, ongeval of omvallen van de pedelec
kan er sprake zijn van moeilijk herkenbare
schade, bv. aan het remsysteem, de
snelspanners of het frame. Een val met letsel kan
het gevolg zijn.
Neem de pedelec buiten gebruik en laat deze
door een dealer controleren.
Vallen door materiaalmoeheid
Door intensief gebruik kan materiaalmoeheid
optreden. Bij materiaalmoeheid kan een
onderdeel plotseling falen. Een val met letsel kan
het gevolg zijn.
Neem de pedelec onmiddellijk buiten gebruik
bij tekenen van materiaalmoeheid. Laat de
dealer de kwestie controleren.
Laat regelmatig de dealer een inspectie
uitvoeren. Bij deze inspectie onderzoekt de
dealer de pedelec op tekenen van
materiaalmoeheid op het frame, de vork, de
ophanging van de veringelementen (indien
voorzien) en op onderdelen van composieten.
Door warmtestraling (bv. een radiator) in de
directe omgeving kan carbon breekbaar worden.
Falen van het carbon onderdeel en een val met
letsel kan het gevolg zijn.
Stel carbon onderdelen van de pedelec nooit
bloot aan sterke warmtebronnen.
MY20Z01-16_1.0_12.06.2019
6.6
Checklist voor het rijden
Controleer de pedelec elke keer voor het
rijden.
Gebruik de pedelec niet wanneer afwijkingen
worden vastgesteld.
Controleer de pedelec op volledigheid.
Controleer de bevestiging van de accu.
Controleer o.a. verlichting, reflectoren en remmen op
sterke vervuiling.
Controleer spatborden, bagagedrager en
kettingbeschermer op deugdelijke montage.
Controleer voor- en achterwiel op een rechte loop. Dat is
met name van belang wanneer de pedelec getransporteerd
is geweest of met een slot vastgezet is geweest.
Controleer de ventielen en de bandenspanning. Corrigeer
deze zo nodig voor het rijden.
Controleer bij een hydraulische velgrem of de
vergrendelingshendels zich volledig gesloten in hun
eindstand bevinden.
Controleer de voor- en achterwielrem op hun goede
werking. Druk daarvoor de remhendels in om te controleren
of deze in de gebruikelijke stand tegendruk geven. De rem
mag geen remvloeistof verliezen.
Controleer de rijverlichting op een goede werking.
Controleer op ongewone geluiden, trillingen, geuren,
verkleuringen, vervormingen, scheuren, groeven,
schuurplekken en slijtage. Dit duidt op materiaalmoeheid.
Controleer het veersysteem op scheuren, deuken, butsen,
aanlopende delen en vrijgekomen olie. Kijk ook naar delen
aan de onderzijde van de pedelec die niet in het zicht
liggen.
Druk het veersysteem samen met uw lichaamsgewicht.
Stel de optimale "sag" in wanneer dit te zacht aanvoelt.
Controleer dat alle snelspanners, voor zover deze gebruikt
worden, zich volledig gesloten in hun eindstand bevinden.
Verzeker u ervan dat alle bevestigingsschroeven van
steekassystemen, voor zover deze worden gebruikt, met
het juiste aanhaalmoment zijn vastgedraaid.
Let op een ongewoon gevoel bij het remmen, trappen of
sturen.
Controleer bij pedelecs met ABS-systeem, dat het ABS-
controlelampje correct brandt.
Gebruik
68