Gebruik de stand OPEN bij ruwe afdalingen.
Gebruik de stand MIDDEL bij ongelijk terrein.
Gebruik de stand HARD om efficiënt te
klimmen.
Zet de drukdemperafsteller in eerste instantie
in de stand OPEN.
.
3
2
1
Afbeelding 72: Fijnafstelling van de stand OPEN met de
fijnafsteller (4)
De FOX achterbouwdemper heeft een
fijnafstelling voor de stand OPEN.
Het wordt aanbevolen de fijnafstelling uit te
voeren terwijl de drukdemperafsteller zich in de
stand MIDDEL of HARD bevindt.
1 Trek de fijnafsteller uit.
2 Draai de fijnafsteller naar de stand 1, 2 of 3.
Afstelling 1 geeft het zachtste, afstelling 3 het
hardste rijgedrag.
3 Druk de fijnafsteller in om deze te
vergrendelen.
6.13.5 Trekdemper van RockShox
achterbouwdemper afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze uitrusting
De trekdemper bepaalt de snelheid waarmee de
vork na het inveren weer naar de volle lengte
uitveert. Deze snelheid heeft effect op het
wielcontact met de ondergrond, wat op zijn beurt
de controle en efficiency beïnvloedt. De
achterbouwdemper moet snel uitveren om tractie
te behouden, zonder onrustig of springerig aan te
voelen. Bij een te sterke trekdemping kan de
achterbouwdemper voor de volgende stoot niet
snel genoeg uitveren. De trekdemper voor het
achterwiel bevindt zich in de achterbouwdemper.
MY21Z01 - 26_1.0_10.03.2020
2
Afbeelding 73: Hardheid van de trekdemper afstellen met
het afstelwiel (1) van de achterbouwdemper
4
1 Zet het afstelwiel in de middelste stand.
2 Rijd met de pedelec over een kleine hindernis.
De optimale afstelling van de trekdemper is
bereikt, wanneer de terugveerbeweging van
het achterwiel vergelijkbaar aanvoelt als van
het voorwiel.
3 Wijzig de afstelling door te draaien aan het
instelwiel, wanneer het achterwiel wezenlijk
sneller of langzamer terugveert dan het
voorwiel.
Draai om de uitveersnelheid te verhogen, het
afstelwiel linksom.
Draai om de uitveersnelheid te verlagen, het
afstelwiel rechtsom.
6.13.6 Drukdemper van RockShox demper
afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze uitrusting
De drukdemping stuurt de snelheid waarmee de
achterbouwdemper bij langzame stoten inveert,
bv. wanneer de berijder zijn gewicht verplaatst, bij
lichte stoten en bij het rijden door bochten. De
drukdemping verbetert de controle en efficiency.
Met een te hoge drukdemping voelt de vering bij
stoten te hard aan. De drukdemper wordt
afgesteld met de demperhendel.
Draai de hendel rechtsom (+) om de
inveersnelheid te verlagen.
Draai de demperhendel linksom (–) om de
inveersnelheid te verhogen.
Gebruik
1
2
3
70