Inhoudsopgave
Advertenties
(7) Parkeerrem (4-9/3) lossen.
(8) Hydraulische schakeltrap II (4-10/9) kiezen.
(9) Rijrichting (4-10/11) kiezen.
(10) Gaspedaal (4-8/8) bedienen.
AANWIJZING
- De machine begint te rijden. De rijsnelheid
wordt bepaald door de stand van het gaspedaal.
- De bedrijfsrem wordt in werking gesteld, door
het rempedaal in te trappen (4-8/11).
GEVAAR
Het veranderen van rijrichting mag niet tijdens
het rijden plaatsvinden, om andere weg-
gebruikers niet in gevaar te brengen.
5.2.4
Werken met de machine
In de regel worden alle werkzaamheden in de hydraulische
schakeltrap II (4-10/9) uitgevoerd.
Voor bijzondere werkzaamheden, die een fijnere regule-
ring van de snelheid vereisen resp. die een hoog motor-
toerental bij geringe rijsnelheid verlangen, kan de
hydraulische schakeltrap „I" (4-10/9) worden ingeschakeld,
om zo de rijsnelheid op 7 km/h te begrenzen.
Om het volle vermogen te bereiken, is het samenwerken
van aandrijving en werkhydrauliek vereist. De regeling
van de beschikbare krachten geschiedt door de bestuurder
afhankelijk van de inzetomstandigheden via gaspedaal,
inching en hendel voor werkhydrauliek.
AANWIJZING
Het omschakelen van de Ie in de IIe hydraulische
schakeltrap, of omgekeerd, kan ook tijdens het
rijden. We adviseren echter, het schakelen van
de IIe in de Ie hydraulische schakeltrap niet bij
te hoge snelheid te doen, omdat er sterk wordt
afgeremd.
(1) Beide portieren sluiten.
(2) Parkeerrem (4-9/3) lossen.
(3) Hydraulische schakeltrap selecteren (4-10/9).
(4) Rijrichting (4-10/11) bepalen.
(5) Gaspedaal (4-8/8) bedienen.
AANWIJZING
- De rijsnelheid resp. voortstuwingskracht kan
uitsluitend gewijzigd worden door het
gaspedaal in te trappen.
- Wanneer men op een helling omhoog rijdt, zal
ondanks het feit, dat het gaspedaal helemaal
is ingedrukt, de snelheid afnemen ten gunste
van de voortstuwingskracht.
- De voortstuwingskrachten en rijsnelheden
zijn voor- en achteruit gelijk.
P070/P071/P085/P086/P100/P101
Bediening
5-5
5
Advertenties
Inhoudsopgave
