4.4.2
Noodzitje (opklapbaar) (4-9/2)
ATTENTIE
De bijrijder mag alleen op het voorste verbrede
gedeelte van het noodzitje plaatsnemen, om veilig
bij de aan de A-stijl zittende handgreep te kunnen
komen.
In deze zithouding is de bedieningsruimte van de
bestuurder niet belemmerd.
4.5
Zekeringen/relais
AANWIJZING
De zekeringen, de relais, de knipperlichtauto-
maat, de intervalautomaat enz. (4-14) bevinden
zich aan de rechterzijde van de machine achter
het plaatwerk (4-13/pijl).
Voor het openen van het plaatwerk moet het raam
naar buiten worden gezet.
1. Raam omhoog zetten:
Greep eerst naar binnen trekken en dan naar
buiten drukken. Ten slotte de greep naar boven
uit zijn houder tillen.
2. Raam omhoog zetten en vastzetten (4-12):
Greep eerst naar binnen trekken en dan naar
buiten drukken. Ten slotte de greep naar achteren
trekken in zijn vastzetstand.
G1 - Intervaltransducer
G2 - Knipperlichtautomaat
1 - Zekering (controler motor)
2 - Maxizekering (stroomaanvoer)
3 - Maxizekering (gloeibougies)
4 - Relais gloeistartinstallatie
5 - Maxirelais (stroomaanvoer)
6 - Controler motor
7 - Akoestische zoemer hydrauliekolietemperatuur
Zekeringen:
1 - Rijaandrijving
2 - Knipperlicht
3 - Hydrauliek/remlicht
4 - Verwarming
5 - Achterruitverwarming
6 - Grootlicht
7 - Dimlicht
8 - Parkeerlicht links
9 - Parkeerlicht rechts
10 - Noodknipperlicht
11 - Wis-/wasinrichting
12 - Motoruitschakeling
13 - Werkschijnwerpers
14 - Zwaailicht (SU)
Relais:
K1 - Differentieelblokkering
K2 - Ventilatorbesturing
K3 - Controler motor
K4 - Rijaandrijvingsonderbreking
K5 - Vermogensaanpassing: achteruit
K6 - Vermogensaanpassing: vooruit
K7 - Alpha max.
K8 - Startblokkering
P070/P071/P085/P086/P100/P101
Afbeelding 4-12
20,0 A
100,0 A
100,0 A
Afbeelding 4-13
10,0 A
7,5 A
20,0 A
20,0 A
20,0 A
15,0 A
15,0 A
7
5,0 A
5,0 A
15,0 A
20,0 A
20,0 A
20,0 A
30,0 A
G1 G2
Afbeelding 4-14
Beschrijving
K1 K2 K3 K4 K5 K6 K7 K8
4
1
2
3
4
5
6
4-9