4. Draai de klep omlaag om vloeibaar
wasmiddel te gebruiken.
Met de klep in de stand
OMLAAG:
• Gebruik geen
gelatineachtige of
dikke vloeibare
wasmiddelen.
• Giet niet meer
vloeibaar wasmiddel
in het vakje dan de
limiet op de klep.
• Stel de voorwasfase
niet in.
• Stel de
startuitstelfunctie niet
in.
5. Meet het wasmiddel en
wasverzachter af.
6. Sluit de wasmiddeldoseerlade
voorzichtig.
Zorg bij het sluiten van de lade dat de
klep geen blokkering veroorzaakt.
13.7 Een programma starten
Raak toets Start/Pauze aan om het
programma te starten.
Het bijbehorende indicatielampje stopt
met knipperen en blijft branden.
Op het display begint de aanduiding van
de werkingsfase te knipperen en gaat de
indicator van het wasmiddelpercentage
uit.
Het programma start en de deur wordt
vergrendeld. Op het display verschijnt
het indicatielampje
De afvoerpomp gaat in
werking kort voordat het
apparaat zich met water vult.
13.8 Een programma starten
met een uitgestelde start
1. Druk herhaaldelijk op de toets
Startuitstel totdat het display de
gewenste uitsteltijd weergeeft. Het
controlelampje
2. Druk op de knop Start/Pauze.
Het aftellen van de uitgestelde start
wordt op het display weergegeven.
Als het aftelproces voltooid is, wordt het
programma gestart.
De ProSense schatting
begint nadat het aftellen is
beëindigd.
NEDERLANDS
35
.
gaat branden.