Reinig het apparaat met een vochtige doek. Gebruik
•
alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
•
stopcontact voordat je onderhoudshandelingen
verricht.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
De installatie moet voldoen
aan de relevante nationale
voorschriften.
• Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Installeer of gebruik het apparaat niet
op een plaats waar de temperatuur
lager dan 5 °C of hoger dan 35 °C
kan worden.
• Houd het apparaat tijdens het
verplaatsen altijd verticaal.
• Wacht om er zeker van te zijn dat de
compressor goed werkt 6 uur na de
installatie voodat u het apparaat
gebruikt.
• Zorg dat er lucht tussen het apparaat
en de vloer kan circuleren.
• Verwijder de verpakking en de
transportbouten.
• Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak,
stabiel, hittebestendig en schoon is.
• Bewaar de transportbouten op een
veilige plek. Als het apparaat
verplaatst moet worden in de
toekomst, moeten ze opnieuw
bevestigd worden om de trommel te
vergrendelen om interne schade te
voorkomen.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Plaats het apparaat niet op een plek
waar de deur niet helemaal open kan.
• Pas de stelvoeten aan om de nodige
ruimte tussen het apparaat en de
vloer te creëren.
• Als het apparaat op zijn permanente
plaats wordt geplaatst, moet u nagaan
of het waterpas staat. Is dit niet het
geval, stel de stelpootjes hier dan op
af.
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
• Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
• Raak de stroomkabel of stekker niet
aan met natte handen.
2.3 Wateraansluiting
• Het toevoerwater mag niet warmer
zijn dan 25°C.
• Beschadig de waterslangen niet.
• Indien buizen lang niet zijn gebruikt,
er reparaties hebben plaatsgevonden
of er nieuwe apparaten zijn geplaatst
(watermeters, enz.), moet je, voordat
de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen
totdat het schoon en helder is.
• Zorg ervoor dat er geen zichtbare
waterlekken zijn tijdens en na het
eerste gebruik van het apparaat.
NEDERLANDS
7