Nominale bedrijfsdruk van het apparaat
De nominale bedrijfsdruk van het apparaat staat
aangegeven op het typeplaatje aan de achterkant van
het apparaat.
Alle gegevens op het typeplaatje van uw apparaat
hebben betrekking op deze drukwaarden. De fabrikant
is niet verantwoordelijk voor resultaten, prestaties of
enig risico als gevolg van het feit dat dit apparaat met
afwijkende drukwaarden is gebruikt.
:
Waarschuwing – Veiligheidsvoorschrift!
Is de gasdruk in uw elektriciteitsnet hoger (20 %) dan
de waarde die op het typeplaatje van het apparaat staat
aangegeven, dan dient u het apparaat voor uw
veiligheid beslist te gebruiken met een geschikte
gasregelaar.
Weet u niet welke gasdruk uw elektriciteitsnet heeft,
neem dan contact op met uw plaatselijke energiebedrijf.
De aansluiting, het onderhoud en de instelling van de
gasregelaar dient te worden uitgevoerd door technisch
personeel van de netbeheerder.
Storingen aan de gasinstallatie/ gaslucht
Wanneer u merkt dat het naar gas ruikt of storingen aan
de gasinstallatie vaststelt, dient u het volgende te doen.
direct de gastoevoer of het ventiel van de gasfles
■
sluiten
direct open vuur en sigaretten doven
■
elektrische apparaten uitschakelen ook lampen
■
ramen openen en de ruimte goed luchten
■
telefonisch contact opnemen met de klantenservice
■
of de elektriciteitsmaatschappij.
Apparaat aan de gasleiding of aan de deurgreep
verschuiven
Verschuif het apparaat niet door aan de gasleiding te
trekken; de gasleiding kan beschadigd raken. Gevaar
voor een gaslek! Verschuif het apparaat niet door aan
de deurgreep te trekken. Deurscharnieren en
deurgreep kunnen beschadigd raken.
Elektrische aansluiting
Het apparaat is geschikt voor een netspanning van
220-240 V. Voor de aansluiting is een zekering van
16 A nodig.
Laat het apparaat plaatsen door een servicedienst.
Wordt het apparaat verkeerd aangesloten, dan vervalt
bij schade het recht op garantie.
Attentie!
Wanneer de netspanning afneemt tot minder dan
■
180 V, functioneert het elektrische
ontstekingssysteem niet meer.
Als de aansluitkabel beschadigd raakt, moet deze
■
door de fabrikant, door de servicedienst of door een
erkende monteur worden vervangen.
:
Waarschuwing – Levensgevaar!
Bij contact met onder spanning staande onderdelen
bestaat er elektrocutiegevaar.
Pak de stekker uitsluitend met drogen handen beet.
■
Trekt u de aansluitkabel eruit, pak hem dan altijd
■
direct bij de stekker vast en niet aan de kabel zelf,
omdat deze dan beschadigd kan raken.
Trek de stekker nooit tijdens het gebruik uit het
■
stopcontact.
Houd u aan de volgende instructies en zorg ervoor dat:
Aanwijzingen
de stekker in het stopcontact past.
■
de doorsnede van de elektrische kabel groot
■
genoeg is.
het aardingssysteem volgens de voorschriften is
■
geïnstalleerd.
de vervanging van de aansluitkabel (indien nodig)
■
alleen plaatsvindt door een vakkundig monteur.Een
nieuwe kabel is verkrijgbaar bij de Servicedienst.
er geen meervoudige stekkers/contactdozen en/of
■
verlengkabels worden gebruikt.
er bij gebruik van een aardlekschakelaar alleen een
■
type met het symbool
Alleen aardlekschakelaars met dit symbool voldoen
aan de geldende voorschriften.
de stekker altijd bereikbaar is.
■
de aansluitkabel niet wordt geknikt, bekneld,
■
gewijzigd of doorgesneden.
de aansluitkabel niet in contact komt met
■
warmtebronnen.
Voor de servicedienst
Attentie!
Het apparaat moet overeenkomstig de specificaties
■
op het typeplaatje worden aangesloten.
Sluit het toestel alleen op een elektrische aansluiting
■
aan die voldoet aan de geldende bepalingen. De
contactdoos moet goed toegankelijk zijn om het
apparaat indien nodig van het lichtnet te kunnen
scheiden.
Er moet een meerpolige scheidingsinrichting
■
aangebracht zijn.
Gebruik nooit een verlengkabel of meervoudige
■
stekker.
Om veiligheidsredenen mag dit apparaat alleen op
■
een geaarde aansluiting worden aangesloten,
Wanneer de randaarde-aansluiting niet aan de
voorwaarden voldoet, is de bescherming tegen
elektrische gevaren niet gegarandeerd.
Voor de aansluiting van het apparaat moet een
■
kabel van het type H 05 W-F of gelijkwaardig worden
gebruikt.
Plaatsen en aansluiten
z
wordt gebruikt.
nl
11