7
Eerste inbedrijfstelling
7.5
Rijhoogte instellen
LW000-296
Indien nodig de cilinders (2) in het gatenpatroon (1) verplaatsen.
Bij uitvoering "Disselautomaat":
Wanneer de positie van de cilinder wordt veranderd, moet de spanning van de sensor B28
"Hellingshoek knikdissel" worden gecontroleerd en eventueel worden ingesteld. De waarde voor
de spanning moet bij volledig neergelaten dissel tussen 4,0 V en 4,2 V liggen.
7.5
Rijhoogte instellen
Bij uitvoering "Hydraulisch tandemaggregaat"
Gevaar voor letsel en/of machineschade door onvakkundige instelling van de rijhoogte.
Een ondeskundige instelling van de rijhoogte kan tot schade aan de machine of tot
ongevallen leiden.
De instelling van de rijhoogte mag alleen worden uitgevoerd door een geautoriseerde
dealer.
LW000-019
De cilinders van het aggregaat zijn in de leveringstoestand volledig ingeschoven. De
afsluitkranen (1) tot (4) zijn gesloten. De stand van de afsluitkranen moet worden gecontroleerd
en indien nodig worden gewijzigd. Voor de inbedrijfstelling van de machine moet de rijhoogte
worden ingesteld.
60
1
4
WAARSCHUWING
2
3
Originele handleiding 150000953_04_nl
RX 400 GL