14
Terminal – menu's
14.17 Menu 15 "Instellingen"
Weergavebereik
Symbool
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
Dissel kalibreren
Onderste stand
Om de onderste stand van de dissel te veranderen,
in het onderste frame (1) bevindt.
ð De waarde (5) verandert.
Om de waarde op te slaan,
Æ De instelling wordt opgeslagen en het symbool
weergegeven.
Æ De waarde (2) past zich aan de waarde (5) aan.
Bovenste stand
Om de bovenste stand van de dissel te veranderen,
zich in het bovenste frame (4) bevindt.
ð De waarde (5) verandert.
Om de waarde op te slaan,
Æ De instelling wordt opgeslagen en het symbool
weergegeven.
Æ De waarde (3) past zich aan de waarde (5) aan.
14.17.5.5 Menu 15-6-5 "Bodemkettingsnelheid"
INFO
De oliecapaciteit van trekker tot trekken verschilt en daarom kan het nodig zijn de maximale
bodemkettingsnelheid bij te stellen.
212
Aanduiding
Onderste frame
Opgeslagen onderste posi-
tie van de dissel
Opgeslagen bovenste po-
sitie van de dissel
Bovenste frame
Actuele positie van de dis-
sel
indrukken.
indrukken.
Toelichting
Instelbaar waardenbereik: 1,0-3,0
Waarde van de opgeslagen onderste posi-
tie van de dissel
Waarde van de actuele bovenste positie
van de dissel
Instelbaar waardenbereik: 3,9-4,3
Waarde van de actuele positie van dissel
of
indrukken tot de balk zich
wordt kort in de bovenste regel
of
indrukken, tot de balk
wordt kort in de bovenste regel
Originele handleiding 150000953_04_nl
RX 400 GL