Bediening
TempControl
TempControl bewaakt en regelt de tem-
peratuur bij het braden:
– het braadvet kan niet oververhit ra-
ken,
– de vermogensstanden hoeven niet
handmatig aangepast te worden,
– vaak draaien van het gerecht is niet
nodig.
Afhankelijk van het kookplaatmodel is
de sensor zichtbaar in het midden van
de kookzone.
Er zijn drie braadstanden en één sud-
derstand beschikbaar.
Als de voorgeprogrammeerde tempera-
tuur van de braadstand bereikt is, ver-
schijnt de sensortoets Sudderstand .
Deze functie is voor het reduceren van
sauzen. U kunt de functie activeren
door de sensortoets aan te raken.
TempControl is niet geschikt voor fri-
turen en koken.
Gebruik deze functie alleen voor bak-
ken en braden.
38
Aanwijzingen voor het gebruik
– Zorg dat de keramische plaat altijd
schoon is, met name bij de sensor in
het midden van de kookzone.
– Gebruik pannen met een gelijkmatige
warmteverdeling, bijvoorbeeld pan-
nen met een sandwichbodem.
– Gebruik voor bakken en braden met
boter alleen braadstand .
– Doe het voedingsmiddel pas in de
pan als de voorgeprogrammeerde
temperatuur is bereikt.
– U kunt naar een andere braadstand
wisselen.
– Als u van een braadstand naar een
vermogensstand wisselt, wordt
TempControl gedeactiveerd.
– U kunt meerdere bereidingen achter
elkaar uitvoeren. De kookzone hoeft
niet eerst af te koelen.
– Om er zeker van te zijn dat het sud-
deren correct verloopt, moet u mini-
maal 250 ml vocht toevoegen. Het
vocht mag niet te dik zijn.
– U kunt van de sudderstand weer naar
een braadstand wisselen.