8.
Montage van het rookgasafvoer/luchttoevoersysteem
Montage van de rookgasuitmonding
• Volg de instructies van de betreffende rookgasuitmonding nauwkeurig op. Deze instructies vindt u
verder op in deze handleiding. Het toestel kan alleen op de bijbehorende Remeha B.V. gevel- c.q. da-
kdoorvoer (zie pagina 2) wordenaangesloten.
Voorzorgsmaatregelen betreffende de montage van de rookgasuitmonding
Neem de volgende punten betreffende de montage van het ventilatie-eindstuk in acht.
• Monteer de rookgasuitmonding niet binnenshuis.
• Berg geen gevaarlijke
stoffen in de buurt van
de uitmonding op.
Benzine
Gascilinder
• Monteer de uitmonding niet op een plaats waar dit geblokkeerd wordt door andere voorwerpen.
Ventilatie-eindstuk
Opgehoopte
sneeuw
• Uitmondingen in de gevel mogen zich niet
direct boven elkaar bevinden. Het is anders
mogelijk dat er geen volledige verbranding
plaatsvindt als gevolg van aanzuiging van
rookgassen.
1500 mm of meer
(Uitmonding boven uitmonding)
• De geveldoorvoer moet waterpas of lichtelijk
hellend naar boven worden geïnstalleerd.
waterpas of
lichtelijk hellend
naar boven
Ventilatie-eindstuk
Opgehoopte
sneeuw
• Afstand tussen twee uitmondingen
Als meerdere toestellen worden geïnstalleerd, moeten
de uitmondingen in het horizontale vlak minimaal 300
mm uit elkaar worden aangebracht, ongeacht de verti-
cale afstand tussen de uitmondingen.
300 mm of meer
Uitmonding
naar boven
hellend
Ventilatie-eindstuk
Boom
300 mm of
meer
Uitmonding
11