Samenvatting van Inhoud voor REMEHA Lava Plus LP 3-29
Pagina 1
België Duitse handleiding op verzoek leverbaar Installatie- en servicehandleiding Stookolieketel Lava Plus LP 3–22 LP 3–29...
Pagina 2
Geachte klant, Dank u voor de aanschaf van dit apparaat. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het product gebruikt en bewaar deze op een veilige plaats voor toekomstig gebruik. Om te zorgen voor een voortdurende veilige en goede werking, raden wij aan het product regelmatig te laten onderhouden.
Pagina 3
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Veiligheid ..................6 Algemene veiligheidsvoorschriften .
Pagina 4
Inhoudsopgave 6.8.1 Algemeen ................37 6.8.2 Rookgasleiding berekenen .
Pagina 5
Inhoudsopgave 10.4.3 De branderturbine vervangen ............80 10.4.4 Batterij in het bedieningspaneel vervangen .
Pagina 6
1 Veiligheid Veiligheid Algemene veiligheidsvoorschriften Tab.1 Werking Gevaar Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van acht jaar en ouder en mensen met lichamelijke, gevoelsmatige of gees telijke beperkingen of met gebrek aan ervaring en kennis als ze begeleiding en instructie krijgen hoe het apparaat op een veilige manier te gebruiken en de eraan verbonden gevaren begrijpen.
Pagina 7
1 Veiligheid Specifieke veiligheidsinstructies Tab.2 Elektrisch Gevaar voor elektrische schok Maak de ketel spanningsloos voor u met de werkzaamheden begint. Opgelet Overeenkomstig de installatievoorschriften moet er in de vesteleidingen een mid del voor losmaken voorzien te zijn. Opgelet Deze ketel moet altijd worden aangesloten op de aardleiding. De aarding dient te voldoen aan de geldende installatievoorschriften.
Pagina 8
1 Veiligheid Installatie Opgelet De installatie moet in elk opzicht voldoen aan de normen en voorschriften (DTU, EN en andere, enz.) die van toepassing zijn op werkzaamheden en reparaties in huizen, woningen en andere gebouwen. Belangrijk Alleen een hiertoe bevoegde vakman mag de ketel installeren, in overeenstem ming met de geldende plaatselijke en landelijke regelgeving.
Pagina 9
1 Veiligheid Aanbevelingen Belangrijk Bewaar dit document dicht bij de plaats waar het apparaat is geïnstalleerd. Belangrijk Deze handleiding is ook te vinden op onze internetsite. Tab.4 Behuizingsonder Verwijder de ommanteling alleen voor onderhouds- en servicewerkzaamheden. Zet de ommanteling weer delen terug na de onderhouds- en servicewerkzaamheden.
Pagina 10
2 Gebruikte symbolen Gebruikte symbolen In de handleiding gebruikte symbolen In deze handleiding worden verschillende gevarenniveaus gebruikt om aandacht op de bijzondere aanwijzingen te vestigen. Wij doen dit om de veiligheid van de gebruiker te verhogen, problemen te voorkomen en om de technische bedrijfszekerheid van het apparaat te waarborgen.
Pagina 11
3 Technische specificaties Technische specificaties Goedkeuringen 3.1.1 Certificeringen Tab.6 Certificeringen CE-identificatienummer 0085CQ0004 Schoorsteenaansluiting Type aansluiting: 3.1.2 Categorieën stookolie Tab.7 Type stookolie dat kan worden gebruikt Maximale viscositeit Niet voor motorvoertuigen bedoelde dieselolie of onbelaste diesel (NRD) 6 mm /s bij 20 °C Niet voor motorvoertuigen bedoelde dieselolie met een maximaal EMAG-gehalte van 7 % Belangrijk Uitsluitend te gebruiken voor een ketel die is uitgerust met een brander met een...
Pagina 12
3 Technische specificaties Voor alle voorschriften en richtlijnen, zoals genoemd in deze handleiding, geldt dat aanvullingen of latere voorschriften en richtlijnen op het moment van installeren van toepassing zijn. Technische gegevens Tab.8 Technische parameters voor ruimteverwarmingstoestellen Productnaam LP 3–22 LP 3–29 Ketel met rookgascondensor Lagetemperatuurketel B1-ketel...
Pagina 13
3 Technische specificaties Tab.10 Hydraulische eigenschappen Eenheid LP 3–22 LP 3–29 Waterinhoud (zonder het expansievat) liter 24,5 Minimum werkdruk MPa (bar) 0,05 (0,5) 0,05 (0,5) Maximum werkdruk MPa (bar) 0,3 (3) 0,3 (3) Maximum watertemperatuur °C Drukverlies watercircuit bij Δt = 10K mbar Drukverlies watercircuit bij Δt = 15K mbar...
Pagina 14
3 Technische specificaties 3.2.1 Buitentemperatuursensor specificaties Tab.16 Buitentemperatuursensor Temperatuur °C Weerstand Ω 2392 2088 1811 1562 1342 1149 (Ohm) 3.2.2 Specificaties voor NTC sensors van het type 10 kilo-ohm Tab.17 Aanvoer- en retoursensors Temperatuur °C Weerstand Ω 32014 19691 12474 10000 8080 5372 3661...
Pagina 15
3 Technische specificaties Elektrisch schema 3.4.1 Elektrisch schema van de ketel De ketel wordt beheerd door de CU-OH-04 hoofdbesturingsprint. Deze wordt gebruikt om alle ketelcomponenten te verbinden en voor het regelen van de ketelbeveiligingen en het primaire circuit. Afb.4 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 6 7 1 3 2...
Pagina 16
3 Technische specificaties X16 Modulerende pomp BL ingang Buitentemperatuursensor X17–2 Beschermingsaarde Temperatuursensor sanitair warm water X17–3 Beschermingsaarde X11 Onderhoudspoort X18 Retoursensoraansluiting voor gebruik van de X12 Poort L-Bus voor bedieningspaneel I-control (in optionele hydraulische set voor regeling van de fabriek aangesloten) modulerende pomp X13 Poort L-Bus voor SCB-04 optionele besturingsprint 3.4.2...
Pagina 17
4 Beschrijving van het product Beschrijving van het product Voornaamste componenten 4.1.1 Ketel Afb.6 MW-2001102-1 1 Bedieningspaneel 5 Brander 2 Aan/uit-schakelaar 6 Handmatige resetknop van veiligheidsthermostaat 3 Handmatige resetknop brander 7 Verwarmingslichaam 4 Positie van de CU-OH-04 hoofdbesturingsprint 8 Rookgasafvoer 4.1.2 Beschrijving van de optionele SCB-04-besturingsprint De optionele SCB-04 besturingsprint beheert de aanvullende circuits van...
Pagina 18
4 Beschrijving van het product Afb.8 A Bedrade aansluiting met de I-control besturingsprint van het bedieningspaneel MW-5000942-1 4.1.4 Brander Afb.9 1 Veiligheids- en regeleenheid 2 Ontstekingstrafo 1 2 3 3 Draagplaat voor componenten 4 Niet beschikbaar 5 Ontstekingselektrode 6 Verstuiverleiding 7 Verstuiver 8 Verbrandingskop 9 Vlambuis...
Pagina 19
4 Beschrijving van het product Oliepomp van brander Afb.11 1 Magnetisch ventiel 2 Aansluitpunt manometer (druk) 3 Debiet naar verstuiver 4 Olie-inlaat 5 Olieretour (ombouwen dubbele/enkele leiding) 6 Oliefilter 7 Aansluitpunt vacuümmeter (onderdruk) 8 Afstelschroef van de pompdruk Tab.18 LP 3–22 LP 3–29 Drukbereik volgens fabri...
Pagina 20
4 Beschrijving van het product Beschrijving van het bedieningspaneel 4.3.1 Beschrijving van het bedieningspaneel Afb.13 Via het bedieningspaneel kan de eindgebruiker, schoorsteenveger of installateur de ketel voor de centrale verwarming en de productie van sanitair warm water configureren. Terugtoets Hoofdmenutoets Display Keuzeschakelaar MW-5000915-1...
Pagina 21
4 Beschrijving van het product Afb.15 Hoofdstartscherm 1 Ketelsymbool 2 Ketel-aanvoertemperatuur 3 Buitentemperatuursymbool 4 Dag en tijd Monday 11:19 5 Buitentemperatuur 6 Status ketel 7 Actieve pagina Appliance status:Burning MW-5000944-1 Afb.16 Zone1 startscherm 1 Temperatuur van de Zone1 (alleen als er in de zone een kamertemperatuursensor aanwezig is) 2 Buitentemperatuur 3 Zone1 naam...
Pagina 22
4 Beschrijving van het product Tab.21 Toeganke Beschrijving lijke me Hoofdstuk nu's Centrale verwarming Aan/Uit De centrale verwarming in-/uitschakelen Bedieningshandleiding Sanitair warm water Aan/Uit Sanitair warm water in-/uitschakelen Bedieningshandleiding Verwarmingstemperatuur De activiteitentemperatuur instellen Bedieningshandleiding Watertemperatuur De richttemperaturen van het sanitair warm water wijzigen Bedieningshandleiding Tijdelijke verandering verwarmingstemp.
Pagina 23
4 Beschrijving van het product Accessoires en opties Afhankelijk van de configuratie van de installatie en het land zijn verschillende opties leverbaar. Tab.22 Lijst van opties Beschrijving Collo 110-liter sanitair-warmwaterboiler ER590 160-liter sanitair-warmwaterboiler ER592 Hydraulische aansluitset voor 110-liter/160-liter sanitair-warmwaterboiler ER597 Aansluitset voor onafhankelijke sanitair-warmwaterboiler ER598 Temperatuursensor sanitair warm water...
Pagina 24
5 Aansluitschema's Aansluitschema's Een direct verwarmingscircuit met set Afb.20 20°C ZONE 1 230V 50Hz MW-5000952-2 A1 Programmeerbare kamerthermostaat 16 Gesloten expansievat B Retourtemperatuursensor 18 Vulkraan verwarmingscircuit 1 Vertrekleiding direct verwarmingscircuit 21 Buitentemperatuursensor 2 Retour verwarming 22 Keteltemperatuursensor 3 Veiligheidsklep 0,3 MPa (3 bar) 27 Terugslagklep 4 Manometer 50 Terugstroombeveiliging...
Pagina 25
5 Aansluitschema's Afb.21 20°C ZONE 1 230V 50Hz CU-OH-04 MW-5000953-2 A1 Kamerthermostaat 11a Voeding van pomp B Retourtemperatuursensor 11b Pompbediening 21 Buitentemperatuursensor 99 Overbruggen Tab.23 Benodigde opties Pomp + 18-liter verwarmingsexpansievat-set MY404 7754919 - v01 - 28012020...
Pagina 26
5 Aansluitschema's Een direct verwarmingscircuit met mengklep en een sanitair-warmwaterboiler Belangrijk Bij vloerverwarming moet de aansluiting via een mengklep gemaakt worden. Directe aansluiting is verboden. Afb.22 ZONE 2 230V 50Hz 230V 50Hz 17 33 MW-5000954-1 A2 Programmeerbare kamerthermostaat: E-twist 23 Temperatuursensor na mengklep 1 Vertrekleiding direct verwarmingscircuit 24 Inlaat primaire warmtewisselaar van sanitair- 2 Retour verwarming...
Pagina 27
5 Aansluitschema's 44 Veiligheidsthermostaat 56 Retour sanitair-warmwateromloop 57 Sanitair-warmwateruitlaat Andere landen: Veiligheidsvoorziening ter 65 Verwarmingscircuit met mengklep, bijvoorbeeld een voorkoming van oververhitting van het verwarmingscircuit met gematigde temperatuur zoals vloerverwarmingssysteem, in overeenstemming met een vloerverwarming of radiatoren. de geldende voorschriften 50 Terugstroombeveiliging Afb.23 ZONE 2...
Pagina 28
5 Aansluitschema's Twee verwarmingscircuits waarvan één met een mengklep en een sanitair-warmwaterboiler Belangrijk Bij vloerverwarming moet de aansluiting via een mengklep gemaakt worden. Directe aansluiting is verboden. Afb.24 ZONE 1 ZONE 2 230V 50Hz 230V 50Hz MW-5000956-2 A1 Programmeerbare kamerthermostaat: E-twist 16 Gesloten expansievat A2 Programmeerbare kamerthermostaat: E-twist 17 Aftapkraan...
Pagina 29
5 Aansluitschema's 26 Aanjaagpomp sanitair warm water Andere landen: Veiligheidsvoorziening ter 27 Terugslagklep voorkoming van oververhitting van het 28 Sanitair-koudwaterinlaat vloerverwarmingssysteem, in overeenstemming met 29 Drukbegrenzer - indien de toevoerdruk hoger is dan de geldende voorschriften 80% van de waarde van de veiligheidsklep 50 Terugstroombeveiliging 30 Geijkte en verzegelde veiligheidsgroep 51 Thermostatische kraan...
Pagina 30
6 Installatie Installatie Installatievoorschriften Opgelet De installatie van de ketel moet door een erkende vakman worden uitgevoerd volgens de geldende plaatselijke en nationale voorschriften. Tab.26 Voor het publiek toegankelijk gebouw België NBN B 61-001: Ketelruimtes en schoorstenen NBN D 61-002: Centrale verwarmingsketels met een nominaal vermogen kleiner dan 70 kW - Voorschrif ten voor hun opstellingsruimte, ventilatie, luchttoevoer en rookgasafvoer.
Pagina 31
6 Installatie 6.2.2 Ketelafmetingen Afb.27 Zorg voor voldoende ruimte rond de ketel voor een goede bereikbaarheid en vereenvoudiging van alle eventueel uit te voeren onderhoudswerkzaamheden. 1 2 0 * Het is mogelijk om de rechter- en linkermaten te verwisselen. 5 0 0 2 5 0 1 0 0 5 0 0...
Pagina 32
6 Installatie 6.2.4 Instellen van de buitentemperatuursensor Afb.29 Plugdiameter 4 mm / boordiameter 6 mm 1. Kies de juiste locatie voor de buitentemperatuursensor. 2. Plaats de twee pluggen die bij de sensor zijn meegeleverd. 3. Bevestig de sensor met de meegeleverde schroeven (diameter 4 mm).
Pagina 33
6 Installatie Transport Vervoer de pallet met de ketel met een handmatige of elektrische pallettruck. Gebruik draagstangen (niet meegeleverd) om de ketel te verplaatsen. Ketel uitpakken en voorbereiden Afb.32 Belangrijk Voor deze activiteit zijn vier mensen nodig. Hanteer en verplaats de ketel met handschoenen. 1.
Pagina 34
6 Installatie Afb.34 3. Verwijder de transportbeugel aan de voorzijde. MW-2001097-1 Afb.35 4. Verwijder de transportbeugel aan de achterzijde. MW-2000958-2 Afb.36 MW-5000121-04 MW-2000971-01 5. Laat de ketel van de transportpallets zakken met behulp van hefbalken. Gebruik stalen buizen van 1/2 inch in diameter en 1400 mm lang.
Pagina 35
6 Installatie Afb.37 7. Zet de ketel waterpas met behulp van de verstelbare poten. Verstelbare poten Fabrieksinstelling: 30 mm - verstelbereik: 20 tot 40 mm MW-2001085-1 Montage Houd u aan de volgende montagevolgorde, al naar gelang de configuratie van de installatie: 1.
Pagina 36
6 Installatie 1. Installeer een T-stuk met een kwartslagklep op de retourleiding van het verwarmingscircuit om het circuit te vullen. 2. Installeer een terugstroombeveiliging om het verwarmingscircuit te vullen. 3. Sluit alle onderdelen aan volgens de aansluitschema's. 6.6.2 Sanitair warmwaterkring aansluiten Raadpleeg de handleiding die bij de aansluitset is bijgeleverd om een SWW-boiler aan te sluiten.
Pagina 37
6 Installatie 6.7.3 Stookolieopvoerleiding aansluiten 1. Plaats een ingebouwd oliefilter in de olie-inlaatleiding om aanslag op de inspuitmond te voorkomen. We bevelen het gebruik van een luchtafscheider-filter aan. Model van de ketel Maaswijdte LP 3–22 70 μm LP 3–29 70 μm 2.
Pagina 38
6 Installatie 6.8.2 Rookgasleiding berekenen Tab.29 Rookgasleiding berekenen Eenheid LP 3–22 LP 3–29 Vereiste luchtstroom bij maximale ketelcapaciteit Rookgashoeveelheid kg/h Rookgastemperatuur °C Rookgasbuis (minimaal aanbevolen diameter) Schoorsteen hoogte (minimaal aanbevolen hoogte) 6.8.3 Type B-aansluitingen Afb.38 Starre type B aansluiting - Rookgasleidingen (verbrandingsluchttoevoer uit de stookruimte) x mini ø...
Pagina 39
6 Installatie Opgelet De temperatuur van het rookgas kan lager zijn dan 160 °C. Gebruik altijd rookgasleidingen die bestand zijn tegen condensatieperioden. Afb.39 Flexibele type B aansluiting - Rookgasleidingen (verbrandingsluchttoevoer uit de stookruimte) ø 3/8" 3° MW-2000292-6 Opgelet De temperatuur van het rookgas kan lager zijn dan 160 °C. Gebruik altijd rookgasleidingen die bestand zijn tegen condensatieperioden.
Pagina 40
6 Installatie Voor de netvoeding wordt gebruik gemaakt van de voorbedrade aansluitkabel in het apparaat. Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze vervangen worden door de fabrikant, zijn servicedienst of een persoon met een gelijkwaardige vakkennis, teneinde ieder gevaar uit te sluiten. Sluit het apparaat aan op een circuit dat voorzien is van een meerpolige schakelaar met een contactopeningsafstand van 3 mm of meer.
Pagina 41
6 Installatie Opgelet Volg de polariteitsaanduidingen op het klemmenbord: fasegeleider (L), nulgeleider (N) en aardgeleider ( Wanneer de ketelschakelaar op de stand Off staat, circuleert er nog stroom in het apparaat. Voordat er werk wordt uitgevoerd, moet de voeding van de ketel worden uitgeschakeld bij de zekeringautomaat.
Pagina 42
6 Installatie Afb.44 6. Maak de behuizing van de printplaat open. Positienr. Beschrijving CU-OH-04 hoofdbesturingsprint SCB-04 optionele besturingsprint indien aangesloten 7. Voer een reset uit wanneer de besturingsprint is vervangen. Terug naar de fabrieksinstellingen MW-5000109-4 Afb.45 230V 230V MW-5000188-1 8. Bevestig bij het vervangen van de besturingsprint de kabel(s) met trekontlasters.
Pagina 43
(1) Voor installaties die constant worden gestookt en die een maximum totaal vermogen van 200 kW hebben, is de juiste maximum totale waterhardheid 8,4°dH (1,5 mmol/l, 15°f). Voor installatie met een vermogen van meer dan 200 kW is de juiste maximum totale water hardheid 2,8°dH (0,5 mmol/l, 5°f). Belangrijk Indien waterbehandeling noodzakelijk is, beveelt Remeha de volgende fabrikanten aan: Cillit Climalife...
Pagina 44
6 Installatie 6.11 Installatieprocedure voltooien 1. Controleer of de ketelapparatuur en de thermostaten naar behoren functioneren. 2. Controleer of de thermostaten goed zijn afgesteld. 3. Breng het voorpaneel / de voorpanelen weer aan. 4. Berg het verpakkingsmateriaal op of gooi dit weg. 5.
Pagina 45
7 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Algemeen De inbedrijfstellingsprocedure moet worden uitgevoerd als de ketel voor de eerste keer in gebruik wordt genomen, als de ketel langdurig niet is gebruikt (meer dan 28 dagen) of na voorvallen die een volledige herinstallatie van de ketel vereisen. In bedrijf stellen van de ketel staat de gebruiker toe de verschillende instellingen en de uit te voeren controles om de ketel in alle veiligheid op te starten, te beoordelen.
Pagina 46
7 Inbedrijfstelling 7.3.2 De installatie via het bedieningspaneel configureren 1. Ga naar het menu: Groep,functie. Tab.33 Toegangstype Toegangspad Directe toegang: via het hoofdstartscherm Niet beschikbaar Snelle toegang: via elk scherm → Druk op de toets → Selecteer: Installateur → Selecteer: Systeeminstallatie →...
Pagina 47
7 Inbedrijfstelling Afb.49 2. Controleer de maat X en pas deze indien nodig met de schroef aan. 3. Sluit de manometer voor het meten van de luchtdruk aan bij de menginrichting. 4. Bevestig de manometer op de oliepomp om de oliedruk te meten. 5.
Pagina 48
7 Inbedrijfstelling 4. Vul onderstaande tabel aan met de gemeten waarden. Tab.36 Gemeten waarden Een Gemeten waarden heid Brandervermogen Oliedruk (bar) Luchtdruk bij de kop mbar Vacuüm Aantal ringen (1) Deze waarde wordt niet gemeten maar bepaald door het ketelmodel 5.
Pagina 49
7 Inbedrijfstelling Afb.52 1. Instelling 1: Elektrodeafstand. 1.1. Verwijder de vlambuis. 1.2. Stel de elektrodeafstand af: pin 1 moet tussen de twee elektroden zitten. 1.3. Plaats de vlambuis terug. MW-2000853-02 Afb.53 2. Instelling 2: Elektrodehoek. 2.1. Plaats de elektroden op een plat oppervlak. 2.2.
Pagina 50
7 Inbedrijfstelling Afb.54 3. Instelling 3: Elektrodehoek (vlambuis gemonteerd) 3.1. Plaats het gereedschap helemaal naar boven tegen de verstuiver. 3.2. Stel de elektroden zo af dat zij passen in de inkeping nr. 3 door het gereedschap te kantelen. MW-2000858-02 Afb.55 4.
Pagina 51
7 Inbedrijfstelling Afb.56 5. Instelling 5: Elektrodehoek (vlambuis verwijderd). 5.1. Plaats het gereedschap op de afbuigplaat, helemaal naar boven tegen de verstuiver. 5.2. Stel de elektroden zo af dat zij passen door de inkeping nr. 5 door het gereedschap te kantelen. MW-2000856-02 Afb.57 6.
Pagina 52
7 Inbedrijfstelling 2. Pas de stooklijn aan. Voor meer informatie, zie Stooklijn instellen, pagina 68 Laatste instructies voor de ingebruikname 1. Breng het voorpaneel / de voorpanelen weer aan. 2. Voer de CV-installatietemperatuur op tot ongeveer 50°C. 3. Stel de ketel in op automatisch bedrijf. 4.
Pagina 53
8 Werking Werking Navigeren door de menu's Afb.59 Stand-byscherm Druk op een willekeurige toets of draai aan de keuzeschakelaar om de achtergrondverlichting voor het bedieningspaneelscherm in te schakelen. SYSTEME OK Belangrijk Als er binnen 3 minuten geen toets wordt ingedrukt, gaat de 3.8°...
Pagina 54
8 Werking Tab.38 Display Beschikbare parameters Hoofdstuk Hoofdstartscherm Systeem vakantiemodus Perioden van afwezigheid of vakantieperioden Bedieningshandleiding CV-functie aan/uit De centrale verwarming in-/uitschakelen Bedieningshandleiding SWW-functie aan/uit Sanitair warm water in-/uitschakelen Bedieningshandleiding Geforceerde zomermodus Aan/Uit Personaliseren van het bedieningspaneel Bedieningshandleiding Zone1 Verwarmingstemperaturen instellen De temperatuur voor de activiteiten instellen Bedieningshandleiding Werkingsmodus...
Pagina 55
8 Werking Toeganke Beschrijving lijke me Hoofdstuk nu's Watertemperatuur De richttemperaturen van het sanitair warm water wijzigen Bedieningshandleiding Comfort setpunt SWW ECO setpnt SWW Tijdelijke verandering verwarmingstemp. De kamertemperatuur tijdelijk wijzigen Bedieningshandleiding Zone1 Zone2 (alleen als de SCB-04 optionele bestu ringsprint aangesloten is) Warmwater boost Sanitair warm water productie forceren (override)
Pagina 56
8 Werking Uitschakelen van de ketel De ketel moet in bepaalde situaties worden uitgeschakeld, bijvoorbeeld tijdens werkzaamheden aan de apparatuur. In andere situaties zoals een langere periode van afwezigheid, wordt aangeraden om de Systeem vakantiemodus bedrijfsmodus te gebruiken om te kunnen profiteren van de antiblokkeerfunctie van de ketel en om de installatie tegen vorst te beschermen.
Pagina 57
9 Instellingen Instellingen Definitie van de term "zone" Zone: term gebruikt voor de verschillende hydraulische circuits Zone1, Zone2). Het bepaalt de diverse ruimtes die door hetzelfde circuit worden bediend. Afb.64 Zone1 Zone2 (alleen als de SCB-04 optionele besturingsprint aangesloten Alle zonesymbolen en namen kunnen gewijzigd worden. Tab.42 Beschikbare symbolen Symbool...
Pagina 58
9 Instellingen Afb.65 Tab.44 Voorbeeld Begin van de activiteit Activiteit Richttemperatuur °C 6:30 20 °C Ochtend 9:00 19 °C Slapen 17:00 20 °C Thuis 20:00 22 °C Avond 06:30 09:00 17:00 20:00 23:00 MW-1001144-2 23:00 16 °C Toegang tot het installateursniveau Sommige parameters die de werking van het apparaat kunnen beïnvloeden zijn beveiligd door een toegangscode.
Pagina 59
9 Instellingen Submenu Parameter Beschrijving Hoofdstuk Signalen Zone1 Weergave van de gemeten waarden Zone2 (alleen als de SCB-04 optionele besturingsprint aangesloten is) Sanitair warm water Buitentemp voeler Buitentemperatuurvoeler Oliegestookte ketel Parameters en variabelen met betrekking tot de oliegestookte ketel Tellers Zone1 Lijst van parameters voor meterme...
Pagina 60
9 Instellingen Tab.48 Toegangstype Toegangspad Directe toegang: via het hoofdstartscherm Niet beschikbaar Snelle toegang: via elk scherm → Druk op de toets → Selecteer: Installateur → Selecteer: Systeeminstallatie → Selecteer: Zone1 Tab.49 Submenu Parameter Beschrijving Fabrieksin stelling Groep,functie CP020 Type aangesloten zone 0 = Uitgeschakeld 1 = Direct Verwarmingstem...
Pagina 61
9 Instellingen Zone2 submenu Deze parameters zijn terug te vinden op de SCB-04 optionele besturingsprint. Alleen als de SCB-04 optionele besturingsprint aangesloten is. CP : Circuits Parameters = verwarmingscircuitparameters Tab.50 Toegangstype Toegangspad Directe toegang: via het hoofdstartscherm Niet beschikbaar Snelle toegang: via elk scherm →...
Pagina 62
9 Instellingen Submenu Parameter Beschrijving Fabrieksin stelling Algemeen Gebruiksvriendelijke naam groep Gebruiksvr. naam gebruikersgroep (kort) CP660 Icoon keuze CP040 Nadraaitijd groeppomp CP030 Bandbreedte van de mengklep van de groep waar de modulatie plaatsvindt. CP050 Verschuiving tussen berekend setpunt en setpunt verzonden naar verbruiksmanager voor de menggroep CP070 Gewenste ruimtetemperatuur tijdens nachtbedrijf...
Pagina 64
9 Instellingen Tab.55 Parameternaam Parameter Beschrijving Fabrieksin stelling Geforc. AP074 De CV-functie is uitgeschakeld. Warm water blijft aan. Zomerbedrijf forceren. zomermodus 0 = Uit 1 = Aan Temp AP073 Buitentemperatuur voor zomerbedrijf: bovengrens voor verwarming zomerbedrijf Instelbaar van 15 °C tot 30,5 °C Tout voor AP080 Buitentemperatuur waaronder de vorstbeveiliging wordt geactiveerd...
Pagina 65
9 Instellingen Submenu Beschrijving Handmatige warmtevraag Raadpleeg de volgende tabellen Service- instellingen Raadpleeg de volgende tabellen Geavanceerd Raadpleeg de volgende tabellen Tab.58 Algemeen Parameternaam Parameter Beschrijving Fabrieksin stelling CV instelpt max. AP063 instelpunt van maximum aanvoertemperatuur voor stoken in centrale- verwarmingsmodus Instelbaar van 20 °C tot 90 °C CV-functie...
Pagina 67
9 Instellingen Tab.65 Submenu Parameter Beschrijving Zone1 Zone2 (alleen als CC001 Groep dr.urn. pomp : Aantal pompdraaiuren de SCB-04 optio CC010 Groep aant. pompst : Aantal pompstarts nele besturings print aangesloten Sanitair warm DC002 Aantal 3wegkl schake : Aantal cycli omloopklep sanitair warm water water DC003 Uren 3wegkl SWW : Aantal uren dat driewegklep in warmwater stand staat...
Pagina 68
9 Instellingen Parameters instellen 9.5.1 Stooklijn instellen De relatie tussen de buitentemperatuur en de temperatuur van het verwarmingscircuit wordt gecontroleerd door een stooklijn. Deze kan worden aangepast aan de behoeften van de installatie. 1. Ga naar het menu: Warmtecurve. Tab.68 Toegangstype Toegangspad Directe toegang: via het hoofdstartscherm...
Pagina 69
9 Instellingen 2. Stel de volgende parameters in: Tab.71 Parameternaam Parameter Beschrijving Groep, dgn droogtijd CP470 Aantal dagen vloerdroogtijd Begintemp.drogen CP480 Begintemperatuur van het vloerdroogprogramma Stoptemp.drogen CP490 Eindtemperatuur van het vloerdroogprogramma 3. Ga terug naar het hoofdscherm door op de terugtoets te drukken.
Pagina 70
9 Instellingen 1. Ga naar het menu: Configuratiecode instellen. Tab.74 Toegangstype Toegangspad Directe toegang: via het hoofdstartscherm Niet beschikbaar Snelle toegang: via elk scherm → Ga naar niveau Installateur → Selecteer: Menu 'Geavanceerd' → Selecteer: Automatische detectie → Selecteer: CU-OH-04 2.
Pagina 71
9 Instellingen Tab.78 Submenu Parameter Beschrijving van de parameters Zone1 CM190 Truimte stpunt groep : Gewenste ruimtetemperatuur van de groep CM070 Groep TAanv Instelpt : Instelpunt actuele aanvoertemperatuur van groep CM120 Actuele modus groep : Actuele modus van de groep CM130 Act instelling groep : Actuele acitiviteit van de groep CM200...
Pagina 72
10 Onderhoud 10 Onderhoud 10.1 Algemene instructies Onderhoudswerkzaamheden zijn belangrijk om de volgende redenen: Om optimale prestaties te garanderen; Om de levensduur van de ketel te verlengen; Om een installatie te leveren die in de loop van de tijd het beste comfort aan de klant biedt.
Pagina 73
10 Onderhoud 10.3 Standaard inspectie- en onderhoudswerkzaamheden Een jaarlijkse inspectie met lekdichtheidscontrole is verplicht. 1. Controleer bij het schoorsteenvegen altijd de verbranding. 2. Controleer de hydraulische druk. 3. Controleer de lekdichtheid van de rookgasafvoerleiding en de luchttoevoer. 4. Controleer de automatische ontluchter van de ketel (indien gemonteerd).
Pagina 74
10 Onderhoud 10.3.4 Controleer de lekdichtheid van de roosgasafvoerleiding en de luchttoevoerleiding 1. Controleer de lekdichtheid van de rookgasafvoerleiding en luchttoevoer. 2. Controleer of het beschermrooster op de luchtinlaat van de stookruimte niet is vervuild. 10.3.5 Automatische ontluchter van de ketel controleren 1.
Pagina 75
10 Onderhoud Afb.70 4. Verwijder de zijdelingse afstandhouders en ontkoppel de branderkabel. MW-2001086-1 Afb.71 5. Verwijder de vier schroeven uit de verbrandingskamerdeur (sleutel 13 mm). MW-6000733-3 Afb.72 6. Verwijder de convectieversnellers. 7. Borstel de rookkanalen zorgvuldig schoon met behulp van de daarvoor bijgeleverde reinigingsborstel.
Pagina 76
10 Onderhoud 10.3.7 Onderhoud van de brander De brander moet eens per jaar worden gecontroleerd, gereinigd en afgesteld. Belangrijk Een belangrijke verhoging van de rookgastemperatuur wijst op een verstopping van de ketel en betekent dat deze moet worden gereinigd. 1. Schakel de hoofdschakelaar van het verwarmingssysteem uit. 2.
Pagina 77
10 Onderhoud Brander in de onderhoudstand zetten Afb.74 1. Koppel de elektrische connector los van de aansluiting. 2. Draai de schroeven van de 2 grendels maximaal 2 slagen los (4-mm inbussleutel) 3. Beweeg de rechter grendel omlaag en de linker grendel omhoog. 4.
Pagina 78
10 Onderhoud De branderturbine reinigen Afb.76 1. Reinig de branderturbine en de binnenkant van de aanzuigkast met een geschikte borstel en perslucht. 2. Controleer en wijzig, indien nodig, de instelling van de luchtklep volgens de informatie in het hoofdstuk 'Luchtklep instellen'. 3.
Pagina 79
10 Onderhoud 10.4.1 Controleren van de positie van de ontstekingselektroden en van de verbrandingskop Afb.78 1. Controleer de maten tegenover (de maten zijn in mm): 2. Verander de positie van de ontstekingselektroden door deze los te zetten met behulp van de spanschroef B. 3.
Pagina 80
10 Onderhoud 10.4.3 De branderturbine vervangen Afb.80 1. Verwijder de oude turbine. 2. Zet de nieuwe turbine op zijn plaats. 3. Draai de montagebouten van de turbine aan. 4. Controleer de plaatsing van de branderturbine. 5. Voor het opnieuw monteren gaat u in omgekeerde volgorde van de demontage te werk.
Pagina 81
10 Onderhoud 10.5 Verwarmingsinstallatie ontluchten Afb.83 De eventueel in de ketel, de leidingen of de kranen aanwezige lucht moet ontlucht worden, om storende geluiden te voorkomen die tijdens het verwarmen of aftappen van water kunnen ontstaan. 1. Open de kranen van alle radiators en/of de vloerverwarmingcircuits die zijn aangesloten op het systeem.
Pagina 82
10 Onderhoud 10.6 Aftappen van het verwarmingssysteem Afb.84 Het aftappen van de CV-installatie kan nodig zijn als radiatoren moeten worden vervangen, bij ernstige waterlekkage, of als bevriezingsgevaar dreigt. 1. Open de kranen op alle op de installatie aangesloten radiatoren. 2. Schakel de ketel uit. 3.
Pagina 83
11 Bij storing 11 Bij storing 11.1 Bedrijfsfouten oplossen Als er in de ketel een fout optreedt, wordt er op het hoofdscherm van het bedieningspaneel een code weergegeven. Deze code is belangrijk voor het correct en snel opsporen van het type storing en voor eventuele technische assistentie.
Pagina 84
11 Bij storing Storings Melding Beschrijving Code ge Code ge code koppeld koppeld aan de aan de CU-OH-04 SCB-04 besturings besturings print print H00.16 Tboiler open Temp.sensor tank sanitair warm water is verwijderd of meet een temperatuur beneden het bereik Controleer de bekabeling tussen de hoofdbesturingsprint en de sensor Controleer of de sensor goed gemonteerd is...
Pagina 85
11 Bij storing Storings Melding Beschrijving Code ge Code ge code koppeld koppeld aan de aan de CU-OH-04 SCB-04 besturings besturings print print H02.02 Wacht op config. nr. Wacht op configuratienummer Configureer CN1 /CN2 overeenkomstig de waarden op het typeplaatje Vervangen van de besturingsprint: ketel niet geconfigureerd H02.03 Configuratiefout...
Pagina 86
11 Bij storing Storings Melding Beschrijving Code ge Code ge code koppeld koppeld aan de aan de CU-OH-04 SCB-04 besturings besturings print print H02.37 Onkrit comp mist Waarschuwing: communicatie met een niet kritisch component is weggevallen Geen communicatie tussen de hoofdbesturingsprint en de op tionele besturingsprint Controleer of de voedingskabel tussen de besturingsprints goed is aangesloten...
Pagina 87
11 Bij storing 11.3 Storingscodes Als er nog steeds een foutcode aanwezig is na meerdere automatische opstartpogingen, gaat de ketel over naar de storingsmodus. De ketel gaat pas weer verder in de normale werking als de oorzaak van de vergrendeling door de installateur is verholpen. Als resultaat van: een handmatige reset, een reset door een servicemelding.
Pagina 88
11 Bij storing Storings Melding Beschrijving Code ge Code ge code koppeld koppeld aan deCU- OH-04 be deSCB-04 sturings besturings print print E02.42 Rookgs Tdruksch aanw De rookgastemperatuurdrukschakelaar is aanwezig Controleer of de bedrading overeenkomt met het type ketel dat aangegeven is door de CN1 en CN2 op het typeplaatje van de ketel.
Pagina 89
11 Bij storing 2. Voer de volgende handelingen uit volgens uw behoeften: Foutinformatie weergeven: kies de gewenste fout. Wis het storingsgeheugen, houd de keuzeschakelaar ingedrukt. 3. Selecteer: Bevestigenom de instelling op te slaan. 4. Ga terug naar het hoofdscherm door op de terugtoets te drukken.
Pagina 90
11 Bij storing Controleer of het rookgascircuit een correcte verbranding mogelijk maakt. Tab.88 Lijst van branderstoringen Storingen Beschrijving De brander start niet. Geen spanning: branderdefect. Reset de veiligheidsthermostaat. Controleer de zekeringen en de schakelaars. Verhoog het setpunt van de thermostaten of de regelaar (instellen boven de keteltemperatuur).
Pagina 91
11 Bij storing Storingen Beschrijving De pomp zuigt geen olie aan. Koppeling tussen pomp en motor beschadigd. Vervang de koppeling. Filter, leidingen of olielekkage. Vervang het filter. Aansluitingen van olietoevoer/debiet zijn verwisseld. Verander de aansluiting. Afsluiters gesloten. Draai de kleppen open. Filter of zeef in de tank verstopt.
Pagina 92
11 Bij storing Afb.88 1. Reset de veiligheidsgroep van de brander door de resetknop een seconde ingedrukt te houden. Belangrijk De brander moet ingeschakeld worden om de veiligheidsgroep te resetten. 7754919 - v01 - 28012020...
Pagina 93
12 Uitbedrijfname 12 Uitbedrijfname 12.1 Procedure voor uitbedrijfname Afb.89 Als de ketel (tijdelijk) uit bedrijf moet worden genomen, ga dan als volgt te werk: 1. Zet de aan/uit-schakelaar op de uit-stand. 2. Onderbreek de stroomvoorziening van de ketel. 3. Sluit de olietoevoer af. 4.
Pagina 94
13 Reserveonderdelen 13 Reserveonderdelen 13.1 Algemeen Als bij de inspectie of onderhoudswerk blijkt dat een onderdeel in de ketel vervangen moet worden: Geef bij het bestellen van een onderdeel, het referentienummer uit de lijst van reserveonderdelen op. Opgelet Er mogen alleen originele reserveonderdelen worden gebruikt. 13.2 Ketelblok Afb.92...