Kennisgevingen
1
Kennisgevingen
Besteed bij het lezen van deze handleiding aandacht aan de waarschuwingen die met het driehoekige waarschuwingssymbool aan de
linkerzijde worden aangegeven. Dit zijn belangrijke mededelingen op het gebied van veiligheid, installatie en gebruik van het product.
1.1
Veiligheidswaarschuwingen
Deze apparatuur moet worden geïnstalleerd volgens de instructies in deze handleiding.
Deze AIS transponder is uitsluitend bedoeld als hulpmiddel bij de navigatie en niet voor het bieden van betrouwbare, nauwkeurige
navigatie-informatie. AIS vormt dan ook geen vervanging voor scherp menselijk toezicht en andere navigatiemiddelen zoals radar. De
prestaties van de transponder kunnen sterk afnemen als de transponder niet volgens de instructies in de gebruikershandleiding is
geïnstalleerd of als gevolg van andere factoren zoals het weer en/of nabij geplaatste zendapparatuur. De compatibiliteit met andere
systemen kan variëren en hangt ervan af of de systemen van derden de standaarduitvoer van de transponder herkennen. De fabrikant
behoudt zich het recht voor deze specificaties op elk gewenst moment en zonder kennisgeving bij te werken en te wijzigen.
Installeer deze apparatuur niet in een brandgevaarlijke omgeving, zoals een machinekamer of in de buurt van brandstoftanks.
1.2
Algemene kennisgevingen
Positiebron
Alle AIS-transponders (Automatic Identification System-transponders) voor de scheepvaart gebruiken een op satellieten gebaseerd
locatiesysteem, zoals het GPS-netwerk (Global Positioning System-netwerk).
De nauwkeurigheid van een GPS-plaatsbepaling is variabel en wordt beïnvloed door factoren zoals de plaats van de antenne, hoeveel
satellieten er worden gebruikt om een positie te bepalen en voor hoelang er satellietinformatie is ontvangen.
Veilige afstand van kompas
De veilige afstand ten opzichte van het kompas van deze eenheid is 0,2 m of meer voor een afwijking van 0,3°.
RF-emissieverklaring
Let op: Door de AIS transponder wordt radiofrequente elektromagnetische energie gegenereerd en uitgestraald. Installeer en bedien
deze apparatuur in overeenstemming met de instructies in deze handleiding. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot lichamelijk letsel en/of
storing van de AIS transponder.
Let op: Bedien de AIS transponder uitsluitend wanneer deze op een VHF-antenne is aangesloten.
Voor maximale prestaties en minimale blootstelling aan radiofrequente elektromagnetische energie moet u ervoor zorgen dat de
antenne minimaal 1,5 m van de AIS transponder wordt gemonteerd en op de AIS transponder is aangesloten voordat u de stroom
inschakelt. Het systeem heeft een MPE-radius (maximaal toelaatbare blootstelling) van 1,5 m. Bij de bepaling hiervan is uitgegaan van
het maximale vermogen van de AIS transponder en van een maximale versterking van de gebruikte antennes van 3 dBi. Monteer de
Pagina 1