Installatie
VHF-antenne
De AIS transponder werkt alleen als er een geschikte VHF-antenne is aangesloten. Een standaard-VHF-scheepsantenne, zoals een
antenne die met VHF-voiceradio's wordt gebruikt, is voldoende. Houd rekening met de waarschuwingen in paragraaf 1 met betrekking
tot het gebruik van antennes.
Als u al een VHF-antenne gebruikt, kunt u via een antennesplitter uw bestaande antenne geschikt maken voor gebruik door twee
radioapparaten, zoals een VHF-voiceradio en de AIS transponder.
Zorg ervoor dat u er bij de keuze van een AIS-antennesplitter op let dat deze werkt in combinatie met een AIS-transponder.
Sommige AIS-antennesplitters zijn zo ontworpen dat ze alleen werken met AIS-ontvangers. Vraag bij uw leverancier na of u
het juiste type antennesplitter hebt gekozen.
Optionele externe GPS-antenne
De transponder heeft een interne GPS-antenne. Als de transponder op een locatie wordt gemonteerd met direct zicht op de lucht
(bijvoorbeeld onder een windscherm of andere niet-metalen structuur), is een externe GPS-antenne niet nodig. Als het niet mogelijk is
om de transponder op een geschikte locatie te monteren, kunt u een externe GPS-antenne aansluiten. Een compatibele GPS-antenne
is als accessoire verkrijgbaar bij uw leverancier.
Optionele schakelaar
U kunt een schakelaar aansluiten op de transponder om de 'stille modus' (zie paragraaf 3.2) in en uit te schakelen. Er is een
tuimelschakelaar met vergrendeling nodig om deze functie te kunnen gebruiken.
Kabel van de VHF-antenne
Controleer of de kabel van de VHF-antenne die u wilt gebruiken, lang genoeg is om de VHF-antenne en de AIS transponder-eenheid
met elkaar te verbinden. Als deze niet lang genoeg is, moet u een verlengkabel gebruiken. Neem contact op met de leverancier voor
meer informatie over geschikte producten. Ter referentie: het connectortype van de VHF-antenne op de AIS transponder-eenheid is SO
239. Deze moet worden gekoppeld met een PL 259-connector.
Voedings- en gegevenskabel
De AIS transponder-eenheid wordt geleverd met een twee meter lange voedings- en gegevenskabel als accessoire. Als u langere
kabels nodig hebt om de voedingsbron te bereiken, moet u ervoor zorgen dat de kabels geschikt zijn voor een stroomdoorvoer van
gemiddeld 200 mA met een piek van 2 A. Er zijn ook middelen vereist om de kabels met elkaar te verbinden. Hiervoor worden
ScotchlokTM-connectors aanbevolen.
Kaartplotter
Als u ontvangen AIS-berichten op uw kaartplotter wilt weergeven als andere schepen, moet u de AIS transponder op uw kaartplotter
aansluiten. Raadpleeg de bij de kaartplotter meegeleverde gebruikershandleiding voor meer informatie over het aansluiten en
configureren van de kaartplotter voor gebruik met AIS-apparatuur. Als algemene richtlijn kan worden aangehouden dat uw kaartplotter
moet zijn geconfigureerd om NMEA-gegevens bij 38400 baud te accepteren (ook wel 'NMEA HS' genoemd in het configuratiemenu van
de plotter). Mogelijk moet u ook in de kaartopties de weergave van AIS-doelen instellen.
Als u op uw schip een NMEA2000-netwerk gebruikt, kunt u de AIS transponder ook met behulp van een geschikte kabel op het
NMEA2000-netwerk aansluiten. Vraag uw leverancier voor meer informatie over NMEA2000-kabels.
Pagina 11