nl Gerechten-assistent
Sauzen
Tomatensaus
Bechamelsaus
Kaassaus
Zoete sauzen
Sauzen, ingekookt
Andere
Gebakken kaas
Croutons
Geroosterd brood
Droge kant-en-klaarmaaltij-
den
Amandelen, walnoten, pijn-
boompitten, geroosterd
Popcorn
17.2 Kooksensor
Met deze functie kunt u het product opwarmen, sudde-
ren, koken, garen, met de snelkookpan koken of in een
pan met rijkelijk olie bij gecontroleerde temperatuur fri-
turen.
Om deze functies te gebruiken, hebt u een draadloze
kooksensor voor draadloos koken nodig.
Deze functie is bij alle kookzones met de draadloze
kooksensor op het normale kookgerei beschikbaar.
Temperatuurstanden
Temperatuurstanden voor de bereiding van voedsel.
Stan
Tempe-
Functies
d
ratuur
1
70 ºC
Verwarmen en warm
houden
2
90 ºC
Bereiden
3
100 ºC
Opkoken
4
120 ºC
Koken in de snel-
kookpan
5
180 ºC
Frituren
Tips Kooksensor
¡ De draadloze kooksensor meet de temperatuur van
de vloeistof door de siliconebodem die aan het re-
servoir is aangebracht. Voor een correcte meting
moet de siliconebodem volledig door de te meten
vloeistof bedekt zijn.
¡ Het frame van de draadloze kooksensor en de op
het kookgerei aangebrachte siliconebodem moeten
volledig droog zijn voordat u kunt beginnen te ko-
ken.
16
Kookgerei
1
25-35
1
10-20
1
10-20
1
15-25
1
25-35
3
7-10
3
6-10
4
4-8
1
5-10
4
3-15
5
3-4
Kookgerei
¡ De draadloze kooksensor niet verwijderen tijdens
het bereiden. Na het bereiden de sensor voorzichtig
verwijderen want de sensor kan heet zijn.
¡ Om energie te sparen een deksel gebruiken.
¡ Het kookgerei zodanig opstellen dat de draadloze
kooksensor naar het zijdelingse buitenvlak van de
kookplaat wijst.
¡ Nooit de draadloze kooksensor op een ander heet
kookgerei richten om oververhitting te vermijden.
Schakel Kooksensor in
Vereiste: De draadloze kooksensor verbinden.
Breng de draadloze kooksensor aan op het kookge-
1.
rei.
Kookgerei met voldoende vloeistof op de gewenste
2.
kookplaat plaatsen en met een deksel sluiten.
Selecteer de kookzone waarop het kookgerei met
3.
de draadloze kooksensor zich bevindt, en raak
aan.
a Op de kookzone-indicatie brandt
Selecteer met de draaiknop de betreffende tempera-
4.
tuurstand voor het te koken product.
a De indicatie voor de kookzones toont het verloop
van het opwarmen van een kookzone van
en knippert afwisselend met de gekozen tempera-
tuur.
a Als de ingestelde temperatuurstand bereikt is, klinkt
er een signaal en verdwijnt de opwarmindicatie. De
temperatuurstand wordt weergegeven.
Haal na de signaaltoon het deksel er af en voeg het
5.
voedsel toe. Tijdens het bereiden het deksel erop la-
ten.
Schakel Kooksensor uit
Selecteer de kookzone met de draaiknop en zet de-
▶
ze op .
a De functies zijn uitgeschakeld.
Opmerking: Om de kookfuncties te activeren, ca. 10
seconden wachten.
Adviezen voor het koken met de Kooksensor
De volgende tabel bevat de ideale temperatuurstand
voor een selectie van gerechten. De temperatuur
en de bereidingstijd
veelheid, de toestand en de kwaliteit van de levensmid-
delen.
Verwarmen en warm houden
Goelash opwarmen
Glühwein opwarmen
Gaartrekken
Vlees
Worstjes
Vis
Gestoofde vis
Eiergerechten
Gepocheerde eieren
Aardappelen
.
naar
zijn afhankelijk van de hoe-
70
10-20
70
5-15
90
10-20
90
15-20
90
2-5