Afdrukken
8
Pas de overige instellingen indien nodig aan.
9
Klik op Afdrukken.
Documenten vanaf een geheugenkaart of flashstation afdrukken
Als u de functie Bestanden afdrukken wilt inschakelen, moet de geheugenkaart of het flashstation documentbestanden
bevatten die worden ondersteund door de printer. Zie "Ondersteunde geheugenkaarten en bestandstypen" op
pagina 45 voor meer informatie.
1
Plaats een geheugenkaart of flashstation in de printer.
Het scherm Geheugenapparaat wordt op de display weergegeven.
2
Raak Documenten afdrukken aan.
3
Selecteer het document dat u wilt afdrukken en druk op
Speciale documenten afdrukken
Enveloppen afdrukken
Voor Windows-gebruikers
1
Open een document en klik op Bestand > Afdrukken.
2
Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
3
Ga naar:
tabblad Papier/afwerking > Lijst Papierformaat > selecteer uw envelopformaat
Als er geen formaat is dat overeenkomt met het formaat van de envelop, klikt u op Beheer aangepaste formaten
en stelt u een aangepast formaat in.
4
Ga naar:
Lijst Papiersoort > selecteer Envelop
5
Ga naar:
Tabblad Indeling > gedeelte Afdrukstand > selecteer een afdrukstand
6
Klik op OK om alle geopende dialoogvensters van de printersoftware te sluiten.
7
Klik op OK of Afdrukken.
Voor Macintosh-gebruikers
1
Open het gewenste bestand en klik op Archief > Pagina-instelling.
2
Selecteer de printer in het voorgrondmenu Stel in voor.
3
Kies in het voorgrondmenu Papierformaat het formaat van de enveloppen in de printer.
Stel een aangepast envelopformaat in als er geen passend envelopformaat is.
4
Selecteer een richting en klik op OK.
5
Selecteer in de menubalk Archief > Druk af.
.
41