Gebruik papier dat is ontworpen voor laserprinters. Gebruik geen papier dat alleen is geschikt is voor
●
inkjetprinters.
Gebruik geen papier met een te ruw oppervlak. Gladder papier zorgt over het algemeen voor een beter
●
afdrukresultaat.
Stap twee: De omgeving controleren
De omgeving kan de afdrukkwaliteit direct beïnvloeden en is een algemene oorzaak van problemen met
afdrukkwaliteit of papiertoevoer. Probeer het volgende:
Plaats de printer niet op een tochtige locatie, zoals in de buurt van ramen of deuren, of bij het
●
ventilatierooster van de airconditioning.
Zorg ervoor dat de printer niet wordt blootgesteld aan temperaturen of vochtigheid die buiten de
●
productspecificaties vallen.
Zet de printer niet in een afgesloten ruimte, zoals een kast.
●
Plaats de printer op een stevig, vlak oppervlak.
●
Zorg ervoor dat de luchtuitlaten van de printer niet worden geblokkeerd. De printer moet aan alle kanten
●
beschikken over een goede luchtstroom, ook aan de bovenkant.
Bescherm de printer tegen vuiltjes in de lucht, stof, stoom, vet en andere elementen die in de printer
●
aanslag kunnen vormen.
Stap drie: De uitlijning van een afzonderlijke lade instellen
Volg de volgende stappen wanneer tekst of beelden niet gecentreerd of onjuist uitgelijnd zijn op de afgedrukte
pagina, wanneer u vanuit specifieke laden afdrukt.
1.
Druk op de knop
2.
Open de volgende menu's:
Systeeminstellingen
●
Afdrukkwaliteit
●
Uitlijning aanpassen
●
3.
Ga naar en selecteer de aan te passen lade en druk vervolgens op de knop OK.
4.
Ga naar en selecteer een van de volgende opties:
X1-verschuiving
●
X2-verschuiving
●
Y-verschuiving
●
5.
Gebruik de pijlen en de knop
6.
Herhaal indien nodig de vorige twee stappen om de uitlijningsinstellingen aan te passen.
7.
Druk op de knop
8.
Ga naar en selecteer Testpagina afdrukken.
NLWW
OK
op het bedieningspaneel van de printer.
OK
om de uitlijning aan te passen.
Terug
om terug te keren naar het menu Uitlijning aanpassen.
De afdrukkwaliteit verbeteren 103