9.5 Bepaling van de index voor het lichaamsgewicht (Body Mass Index)
Nadat de weegschaal is gestabiliseerd en de aanduiding 0,0 kg verschijnt, dient de
persoon in het midden van het weegschaalplateau te worden gesteld. Afwachten
totdat de weegwaarde stil wordt. Vervolgens de toets BMI drukken. Nu dient de
lichaamslengte te worden ingevoerd.
Men dient daarbij op te letten dat een betrouwbare bepaling van de BMI aanduiding
enkel mogelijk is voor de lichaamshoogte binnen het bereik tussen 100 cm en
250 cm en het gewicht > 10 kg.
Op de display blinkt de laatst ingevoerde lichaamslengte. Nu kan men een andere
waarde met de numerieke blok invoeren. De ingevoerde waarde met de toets
ENTER bevestigen, en vervolgens verschijnt de BMI aanduiding van de persoon.
Nadat de waarde van de BMI aanduiding verschijnt, wordt deze op display met een
pijl weergegeven die het symbool BMI aanduidt. Om de weegschaal terug in de
weegmodus te zetten dient men opnieuw de toets BMI te drukken en de pijl bij het
BMI symbool verdwijnt weer.
9.5.1 Classificering van de waarde van de BMI factor
De classificering van het gewicht voor volwassenen boven 18 jaar op grond van de
BMI factor conform WHO, 2000 EK IV en WHO 2004 (WHO - World Health
Organization – de Wereldgezondheidsorganisatie).
Categorie
Ondergewicht
Gewoon gewicht
Overgewicht
Voor-overgewicht
Overgewicht graad I
Overgewicht graad II
Overgewicht graad III
48
2
BMI (kg/m
)
< 18,5
18,5 – 24,9
> 25,0
25,0 – 29,9
30,0 – 34,9
35,0 – 39,9
> 40
MPS / MTS / MXS / MWS-BA-nl-1417
Ziekterisico bij overgewicht
laag
gemiddeld
licht vergroot
vergroot
hoog
Zeer hoog