Ontdooien
De diepvrieszone ontdooit niet automa-
tisch.
Bij normale werking zetten er zich na
verloop van tijd rijp en ijs in de diep-
vrieszone af, bijv. op de binnenwanden.
Er vormt zich meer ijs en rijp als:
– de deur van het apparaat vaak open
en dicht is gedaan; de deur daarbij
lang open is geweest;
– grote hoeveelheden verse levensmid-
delen zijn ingevroren,
– de luchtvochtigheid in de ruimte ho-
ger is geworden.
Wanneer er een dikke ijslaag is ge-
vormd, gaan de diepvriesladen niet
meer soepel open; soms gaat zelfs de
deur van de diepvrieszone niet meer
dicht. Bovendien gaat de vriescapaciteit
achteruit en stijgt het stroomverbruik.
Ontdooi de diepvrieszone van tijd tot
tijd, echter in ieder geval zodra zich
een ca. 0,5 cm dikke ijslaag heeft ge-
vormd.
Maak gebruik van de gelegenheid, wan-
neer
– er weinig of geen ingevroren levens-
middelen in de diepvrieszone liggen
– en de luchtvochtigheid en de tempe-
ratuur in het vertrek laag zijn.
Zorg er bij het ontdooien voor
dat u de vriesplaat niet beschadigt.
Anders werkt het apparaat niet meer.
Krab de rijp- en ijslagen er niet af en
gebruik geen puntige of scherpe
voorwerpen.
30
Vóór het ontdooien
Schakel een dag voordat u gaat ont-
dooien de functie Superfrost in. Daar-
door krijgen de reeds opgeslagen in-
gevroren levensmiddelen een kou-
dereserve en kunnen dus iets langer
bij kamertemperatuur worden be-
waard.
Neem de ingevroren levensmiddelen
uit het apparaat en wikkel ze in ver-
schillende lagen krantenpapier of de-
kens.
Tip: U kunt de levensmiddelen ook in
koeltassen bewaren.
Bewaar de ingevroren producten op
een koele plaats, totdat de diepvries-
zone weer klaar is voor gebruik.
Neem alle diepvriesladen en glaspla-
ten uit de diepvrieszone.