Het wijzigen van instellingen
Instellingsmodus
Bepaalde instellingen van het apparaat
kunt u in de instellingsmodus wijzigen.
Lichtsterkte van het display
Vergrendeling in-/uitschakelen
De instellingsmodus wordt in het dis-
play met menusymbool aangegeven.
Hierna kunt u lezen, hoe u in de instel-
lingsmodus komt en hoe u de instel-
lingen kunt wijzigen.
Vergrendeling in-/uitschakelen
Met de vergrendeling kunt u voorkomen
dat het apparaat per ongeluk wordt uit-
geschakeld:
– Het inschakelen van de vergrende-
ling
Druk ca. 5 seconden op de Super-
frost - toets.
Menusymbool gaat branden. De in-
stellingsmodus is nu geactiveerd. Ver-
grendelingssymbool gaat knipperen.
Druk nu kort op de Superfrost - toets
om de vergrendelingsfunctie op te
roepen.
Vergrendelingssymbool gaat bran-
den. De velden -15 °C en -21 °C in de
temperatuuraanduiding gaan branden.
22
Druk nu op de Superfrost - toets om
de vergrendelingsfunctie in te scha-
kelen.
Vergrendelingssymbool knippert. De
velden -15 °C en -21 °C in de tempera-
tuuraanduiding gaan uit. Vergrende-
lingssymbool brandt.
Druk op de Aan/Uit-toets om de in-
stellingsmodus te verlaten,
of
wacht 5 minuten.
Het menusymbool gaat uit en de tem-
peratuuraanduiding geeft de gewenste
temperatuur aan. Vergrendelingssym-
bool gaat branden.
– Het uitschakelen van de vergrende-
ling
Druk ca. 5 seconden op de Super-
frost - toets.
Menusymbool gaat branden. De in-
stellingsmodus is nu geactiveerd. Ver-
grendelingssymbool gaat knipperen.