BOORDCOMPUTER EN DAGTELLER
3
1
Dagtellers
De auto is uitgerust met twee onafhankelij-
ke dagtellers, T1 en T2, die altijd aanstaan.
Zie toets (6) om te wisselen tussen T1 en
T2 en om de dagtellerwaarde te resetten.
2
Brandstofmeter
Pijl die aangeeft aan welke kant van de
auto de tankvuldop zit.
3
Laag brandstofpeil
Het lampje licht op, wanneer er nog maar
weinig brandstof in de tank zit. Tank zo
spoedig mogelijk.
4
Actieradius
Aan het duimwiel (8) van de boordcompu-
ter draaien om de berekende actieradius te
bekijken.
BELANGRIJK
"Km actieradius" is een indicatie van het
aantal kilometers dat u met de resterende
brandstofvoorraad kunt afleggen op basis
van de eerdere rijomstandigheden.
STUURWIEL INSTELLEN
WAARSCHUWING! Het stuurwiel instellen
vóórdat u gaat rijden. Nooit tijdens het rijden.
123456
12.3
T2
0
1
1
2
12:34
1000km
to empty tank
P
_3 C
o
4
5
7
5
Klok
Knop (6) rechts- of linksom draaien om de
tijd in te stellen.
6
Omdraaien om bijvoorbeeld KM ACTIE-
RADIUS op het display (4).
Omdraaien om de tijd in te stellen.
7
Indrukken om eventuele meldingen op
het display te bekijken. Nogmaals indruk-
ken om een melding te laten verdwijnen.
8
Boordcomputer
Gewenste functie instellen met het duim-
wiel.
9
Alle functies van de boordcomputer
resetten.
TANKEN
Op de knop drukken om de tankvulklep te
openen.
6
8
9