Geavanceerde Studio One-integratie
3 3.2
Schermbediening
VoorbeeldEen
5. Einde van lus. Indien geselecteerd, gebruikt u de scherm-encoder om de
Loop End-positie van de sample te verplaatsen.
6. Plakken op Pad. Wanneer ingedrukt, wordt de eerder gekopieerde
sample op een nieuwe pad geplakt.
Druk op de Instrument-knop (Inst) op ATOM SQ en navigeer
vervolgens naar pagina 5 met de titel 'SampleOne Wave Editor'.
OPMERKING: Als er geen exemplaar van Impact XT of SampleOne op een track aanwezig is,
staat op pagina 5 "Sample Wave Editor" en staat er "No Sampler Track Selected".
1
2
3
Zoom
Rol
Begin
Impact Wave-editor 5/5
Tracknaam
Lus starten
Einde lus
Einde
6
4
5
1. Zoomen. Indien geselecteerd, gebruikt u de scherm-encoder om in of uit te
zoomen op de laatst verplaatste begin- of eindvlag.
2. Bladeren. Indien geselecteerd, gebruikt u de scherm-encoder om de
weergave van een voorbeeld naar links of rechts te scrollen.
3. Begin. Indien geselecteerd, gebruikt u de scherm-encoder om de Sample
Start-positie van de sample te verplaatsen.
4. Lusstart. Indien geselecteerd, gebruikt u de scherm-encoder om de Loop Start-positie van de sample
te verplaatsen. OPMERKING: Loop moet zijn ingeschakeld in SampleOne.
5. Einde van lus. Indien geselecteerd, gebruikt u de scherm-encoder om de Loop End-positie van de
sample te verplaatsen. OPMERKING: Loop moet zijn ingeschakeld in SampleOne.
6. Einde. Indien geselecteerd, gebruikt u de scherm-encoder om de Sample
End-positie van de sample te verplaatsen.
ATOM SQ
Gebruikershandleiding
24