Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Geavanceerde Studio One; Integratie; Controles; Padcontrollers - PRESONUS ATOM SQ Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Geavanceerde Studio One-integratie
3 3.1

Controles

3
Geavanceerde Studio One-integratie
3.1
Controles

3.1.1 Padcontrollers

Wanneer ATOM SQ is verbonden met Studio One, wordt het Studio One-logolampje op de ATOM
SQ blauw. Er is geen configuratie vereist. Studio One zal uw ATOM SQ automatisch detecteren
en inschakelen voor geavanceerde geïntegreerde besturing.
Om de instellingen voor externe apparaten te bevestigen, klikt u op de link Externe apparaten
op de startpagina van Studio One en selecteert u het ATOM SQ-apparaat. Vanaf hier kunt u
bevestigen dat zowel de verzend- als de ontvangstpoort zijn ingesteld op "ATOM SQ."
U kunt de Editor voor externe apparaten ook op elk gewenst
moment openen door op Shift+User ATOM SQ te drukken.
Houd er rekening mee dat de ATOM SQ-pads, -knoppen en aanraakstrip-LED's donker blijven en dat het
scherm geen enkele functie heeft totdat er een nieuwe song is gemaakt of een bestaande song is geopend.
Zodra een nieuwe song is gemaakt, worden alle pads wit, het scherm wordt standaard ingesteld
op de Inst-modus (instrument) en de bankknoppen AH zullen actief zijn. Totdat een instrument in
Studio One wordt geladen, hebben de pads en bankknoppen echter geen functie .
Alle 32 pads op uw ATOM SQ zijn snelheidsgevoelig. Slagen met minder kracht resulteren in een
zacht geluid, terwijl slagen met meer kracht resulteren in een luider geluid (tenzij Full Velocity is
ingeschakeld). Alle pads zijn ook gevoelig voor druk. Na het aanslaan en indrukken van een pad
kan meer of minder druk worden uitgeoefend om meerdere expressieve parameters in Studio
One te besturen, indien beschikbaar (dwz Aftertouch).
De + en - pads zijn alleen drukgevoelige pads. Ze kunnen worden toegewezen
aan Pitch Bend- of Breath/Mod Wheel-opdrachten
De pads op uw ATOM SQ veranderen dynamisch van kleur, afhankelijk van wat ze
momenteel in Studio One besturen, en wel als volgt: • Impact XT. Terwijl je een
exemplaar van Impact XT bestuurt, komen de pads op je ATOM SQ overeen met de overeenkomstige
kleur van elke pad in Impact XT. Deze kleuren kunnen vanuit Impact XT worden gewijzigd. Impact
XT als 8 banken van 16 pads.
Omdat ATOM SQ over twee banken met 16 pads beschikt, worden twee Impact XT-banken
tegelijkertijd weergegeven voor snelle toegang tot meerdere banken: A/B, C/D, E/F en G/H.
Banken kunnen worden gewijzigd met behulp van de AH-bankknoppen. Wanneer u een geluid
activeert in Impact XT, verandert de pad op uw ATOM SQ in wit terwijl u deze indrukt.
• Native Studio One of virtuele instrumenten van derden. Bij het controleren
virtuele instrumenten, de pads op uw ATOM SQ weerspiegelen de huidige lay-outmodus die u
hebt geselecteerd. Voor de meeste virtuele instrumenten is de toetsenbordmodus de beste keuze.
Indien actief, verandert de Keyboard-modus de functie van de ATOM SQ-pads zodat ze zich gedragen
in een traditionele piano-indeling. Continuous of Scale Only zal de noten van links naar rechts
weergeven, beginnend met Pad 1. Wanneer u een geluid activeert, verandert elke pad op uw
ATOM SQ in lichtblauw terwijl u deze indrukt.
Opmerking: de wortel van een schaal verandert van kleur, afhankelijk van uw huidige trackkleur.
• Patrooneditor. Terwijl de Patrooneditor in Studio One actief is, de bovenste rij
aantal pads op uw ATOM SQ kunnen worden gebruikt om de sample of noot te selecteren die u wilt
programmeren. De onderste rij pads bestuurt 16 stappen van de Studio One step sequencer,
waardoor het programmeren van 16 stappen in banken van 16 mogelijk is. Dit geldt voor zowel
de Drum- als de Melodic Pattern-modi. In de patroonmodus kunnen octaven of banken worden
gewijzigd met behulp van de AH-bankknoppen. Een stap die Aan staat, heeft de volledige
helderheid van de pad, terwijl een stap die Uit staat erg zwak is. Terwijl de sequence speelt, zal de
helderheid van de pad van de huidige stap enigszins zwak zijn.
ATOM SQ
Gebruikershandleiding
14

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave