19 Overstortventiel instellen
AANWIJZING
De handelingen in dit hoofdstuk zijn alleen bij
een seriële buffervataansluiting noodzakelijk.
Voer de werkstappen snel uit, want anders
kan de maximale retourtemperatuur worden
overschreden en gaat de warmtepomp in ho-
gedrukstoring.
Indien de instelknop aan het overstortventiel
naar rechts wordt gedraaid, wordt het tem-
peratuurverchil (de spreiding) groter, bij een
draai naar links wordt dit kleiner.
De installatie werkt in de verwarmingsmodus (het
beste in koude toestand).
1.
Bij een lage stooklijn: zet de installatie op 'gefor-
ceerde verwarming'.
Gebruiksaanwijzing van de verwarmings- en
warmtepompregelaar.
2.
Sluit de ventielen naar het verwarmingscircuit.
3.
Let erop dat de volledige volumestroom via het
overstortventiel wordt geleid.
4.
Lees aan de verwarmings- en warmtepomprege-
laar de aanvoer- en retourtemperatuur af.
Gebruiksaanwijzing van de verwarmings- en
warmtepompregelaar.
5.
Draai de instelknop (①) van het overstortventiel
(②), tot de spreiding tussen aanvoer- en retour-
temperatuur als volgt is ingesteld:
Buiten-
temperatuur
-10 °C
0 °C
10 °C
20 °C
30 °C
1 Instelknop
2 Overstortventiel
6.
Open de ventielen naar het verwarmingscircuit.
7.
Zet de verwarmings- en warmtepompregelaar
weer terug.
Technische wijzigingen voorbehouden |
Aanbevolen
instellingen
4 K
5 K
8 K
9 K
10 K
83053600hNL
| ait-deutschland GmbH
20 Bedieningsdeel
Aan het schakelkastpaneel van het apparaat bevinden
zich in het bovenste gedeelte telkens 4 uitsparingen
voor het bevestigen van het bedieningsdeel.
Voorbeeld: HMD 1/E
AANWIJZING
Via de linker bus aan de onderzijde van het
bedieningsdeel kan een verbinding met een
computer of netwerk tot stand worden ge-
bracht, om de verwarmings- en warmte-
pompregelaar van daar uit te kunnen bestu-
ren. Voorwaarde hiervoor is dat tijdens de
elektrische aansluitingswerkzaamheden een
afgeschermde netwerkkabel (categorie 6)
door het apparaat werd gelegd.
Gebruiksaanwijzing van de verwarmings- en warm-
tepompregelaar, deel 2, hoofdstuk 'Webserver'.
Is deze netwerkkabel geïnstalleerd, dan dient
de RJ45-connector van de netwerkkabel in
de linker bus van het bedieningsdeel te wor-
den gestoken.
AANWIJZING
De netwerkkabel kan ook later nog altijd wor-
den geïnstalleerd.
15