2.
De elektrische verbinding tussen warmtepomp
en hydraulische module gebeurt via de 3 aan de
warmtepomp voorgemonteerde kabels.
Ter plaatse wordt de hydraulische module door de on-
derverdeling met volgende kabels aangesloten:
8b
55
40
80
O
D
1 Warmtepomp
O
2 Compressor (5 draden)
3 Besturing (3 draden)
4 LIN-bus (3 draden, afgeschermd)
5 Hydraulische module
6 Belastingsleiding verwarmingselement (5
draden)
7 Stuurspanning (3 draden)
14
8 Compressor (5 draden)
6 Onderverdeling
"Aansluitschema", pagina 30
2x U
Indien door de opdrachtgever gelegd:
► loze leidingen aan apparaatzijde afdichten.
3.
De drie verbindingskabels door de drie kanalen van
de wanddoorvoer steken. Glijmiddel gebruiken!
16
17
V
AANWIJZING
Bij het leggen van de kabels binnen in het ap-
paraat dient er rekening mee te worden ge-
houden dat niet-afgeschermde elektriciteits-
leidingen (voeding buitenapparaat) en afge-
schermde leidingen (LIN-bus) gescheiden
van elkaar moeten worden gelegd.
12
2x H
C
!
i
b
11
O
E
O
807318
Bij gebruik van de wanddoorvoer is de nood-
zakelijke afstand tot andere leidingen gega-
randeerd.
AANWIJZING
Het bedieningsdeel van de verwarmings- en
warmtepompregelaar kan door middel van
een geschikte netwerkkabel worden verbon-
den met een computer of netwerk, om de ver-
warmings- en warmtepompregelaar dan van
daar uit te besturen.
Als dit gewenst is, dient tijdens de elektri-
sche aansluitingswerkzaamheden een af-
geschermde netwerkkabel (categorie 6, met
RJ45-connector) door het apparaat te wor-
den gelegd en parallel aan de reeds gelegde
regelkabel van de verwarmings- en warmte-
pompregelaar te worden aangesloten.
5
16.1 Aansluiten BUS-kabel
1.
De BUS-kabel strippen en het scherm over de
isolatie naar achteren schuiven.
2.
Het einde van de geïsoleerde kabel met het
scherm in de schermklem steken.
3.
Het einde met de afzonderlijke draden door een
van beide doorvoeren steken.
Technische wijzigingen voorbehouden |
Draadaansluiting
1 12 V
2 GND
3 LIN
83053600hNL
| ait-deutschland GmbH