Opmerking: de beschikbare opties variëren
afhankelijk van het item dat u hebt geselecteerd in
het berichtscherm.
6. Wanneer het bericht klaar is, selecteert u de
optie Verzenden en drukt u op de functietoets
Kies.
7. Selecteer AAN, CC of BCC om een
bestemmingsnummer of -adres in te voeren en
druk op de functietoets Kies.
8. Kies een van de volgende opties en druk op de
functietoets Kies:
• Telefoonnummer: hiermee kunt u het
gewenste telefoonnummer intoetsen.
• E-mail: hier kunt u het adres van de
ontvanger intoetsen als u het bericht als
e-mail wilt verzenden.
• Telefoonlijst: hiermee kunt u een nummer
ophalen uit de telefoonlijst.
9. Voer een telefoonnummer of adres in, of
selecteer een nummer in de telefoonlijst.
10. Wanneer het juiste nummer of adres wordt
weergegeven, drukt u op de functietoets OK.
11. Om een bestemming toe te voegen, drukt u op
de functietoets Kies wanneer Bestemming
toevoegen is gemarkeerd. Herhaal deze
procedure vanaf stap 8.
Als u een bestemming wilt bewerken, selecteert
u er een en drukt u op de functietoets Kies. U
kunt de bestemming wijzigen of verwijderen.
12. Wanneer u alle bestemmingen hebt
toegevoegd, drukt u op de toets C of de
functietoets
.
Multimediaberichten
91