Netwerkdiensten
2. Selecteer het soort oproepen dat u wilt blokkeren
door op de toets Omhoog of Omlaag te drukken
en druk vervolgens op de functietoets Kies.
3. Druk op de functietoets Activeren om de
opgegeven instellingen te bevestigen.
4. Geef het blokkeerwachtwoord op dat u hebt
gekregen van uw provider.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst hiervan via
het display.
U zet specifieke blokkeerinstellingen als volgt uit:
1. Selecteer de blokkeeroptie die u wilt uitzetten.
2. Selecteer het type oproep waarvoor deze optie
geldt.
3. Druk op de functietoets Uitzetten.
4. Geef het blokkeerwachtwoord op dat u hebt
gekregen van uw provider.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst hiervan via
het display.
U kunt alle blokkeeropties in één keer uitzetten door
de optie Alles opheffen te kiezen.
Blokkeerwachtwoord wijzigen: met deze optie
kunt u het blokkeerwachtwoord instellen en
wijzigen. Dit wachtwoord wordt verstrekt door de
provider. U moet het huidige wachtwoord invoeren
voordat u een nieuw wachtwoord kunt opgeven.
Wanneer u een nieuw wachtwoord hebt ingevoerd,
moet u dit ter bevestiging nogmaals intoetsen.
132