3. Geef met een symbool aan tot welke categorie
het nummer behoort dat u wilt opslaan. U kunt
kiezen uit drie categorieën:
•
: mobiel
•
: werk
•
: privé
Druk op de toets Links of Rechts en vervolgens
op de functietoets Kies om de gewenste
categorie te selecteren.
4. Selecteer een geheugenlocatie, SIM of
Telefoon, door op de toets Omhoog of Omlaag
te drukken en druk vervolgens op de
functietoets Kies.
Opmerking: wanneer u van telefoon wisselt,
blijven de nummers die op de SIM-kaart zijn
opgeslagen beschikbaar op de nieuwe telefoon.
Nummers die in het toestel zelf zijn opgeslagen,
zijn niet meer beschikbaar en zullen opnieuw
moeten worden ingevoerd.
5. Geef een naam op en druk op de functietoets
OK.
Het aantal posities dat voor het invoeren van de
naam beschikbaar is, is afhankelijk van de SIM-
kaart. Zie pagina 42 voor meer informatie over
het invoeren van tekens.
6. Als u het nummer en de naam op een andere
dan de voorgestelde locatie wilt opslaan, drukt u
op de toets C om het nummer van de locatie te
wissen. Vervolgens kunt u met de cijfertoetsen
een andere locatie opgeven.
Telefoonlijst
57