(1)
Scannen/Origineel
Scanformaat
A4
2-Zijdig
2-Zijdig
Boekje
Schr.Blok
4
• De plaatsingsstand van het origineel staat oorspronkelijk ingesteld op
naar links hebt geplaatst, kunt u deze stap achterwege laten.
• Het bij de systeeminstellingen ingestelde formaat van het origineel wordt weergegeven als formaat van het
origineel.
Druk op de toets [STARTEN KLEUR] of [STARTEN ZWART-WIT].
Het scannen begint.
• Als het origineel op de glasplaat is gelegd, verschijnt de toets [Lezen Klaar] op het aanraakscherm. Als het origineel
slechts één pagina is, gaat u naar stap 7. Als u meer pagina's moet scannen gaat u naar de volgende stap.
• Als het origineel in de lade van de origineelinvoer was geplaatst, klinkt er een pieptoon na afloop van het scannen en volgt
verzending.
• Druk op de toets [STARTEN KLEUR] voor een kleurenscan. Druk op de toets [STARTEN ZWART-WIT] voor een
zwart-witscan. Als de kleurenmodus van de toets [STARTEN KLEUR] is ingesteld op [Automatisch], wordt de kleur
van het origineel automatisch vastgesteld en zal deze in kleur of in grijstinten of Mono 2 worden gescand.
• Als het bestandtype [versleutelde PDF] is verschijnt er een wachtwoordinvoerscherm zodra de toets [START] wordt
5
ingedrukt.
Druk op [Invoer] om het toetsenbordscherm te openen, voer het wachtwoord in (maximaal 32 tekens) en druk op
[OK]. De ontvanger moet het hier ingevoerde wachtwoord gebruiken om het versleutelde PDF-bestand te openen.
Annuleer het openen van het versleutelde PDF-bestand door op [Annuleren] te drukken. Het scherm voor de
indelingsinstellingen verschijnt zodat het bestandstype gewijzigd kan worden. Selecteer een nieuw type en druk op
[START] om te beginnen met verzenden.
(2)
(3)
OK
Verzendformaat
100%
Auto
Stand afbeelding
Voer het wachtwoord in voor
de versleutelde PDF.
5-27
SCANNER/INTERNETFAX
Controleer het scanformaat van het
origineel en de plaatsingsrichting.
Om te zorgen dat het origineel wordt gescand in de juiste stand
(de bovenrand van het origineel wordt weergegeven boven in
het scherm), controleert u het formaat en de stand van het in
stap 1 geplaatste origineel.
(1) Controleer het scanformaat.
Controleer of het formaat van het geplaatste origineel
wordt weergegeven. Als het formaat van het door u
geplaatste origineel afwijkt het vermelde formaat, stel dan
het formaat van het origineel in.
☞
SCANFORMAAT ORIGINEEL EN VERZENDFORMAAT
OPGEVEN
(pagina 5-51)
(2) Druk op de juiste toets voor de afdrukstand.
Wijst de bovenrand van het origineel naar boven, druk
dan op de toets
. Wijst de bovenrand van het
origineel naar links, druk dan op de toets
(3) Druk op [OK].
U keert terug naar het scherm van stap 2.
. Als u het origineel met de bovenrand
Annuleren
Invoer
.
Inhoudsopgave