VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Dit hoofdstuk biedt basisinformatie over het apparaat. Lees dit hoofdstuk zorgvuldig door voordat u het apparaat in
gebruik neemt.
ONDERDELEN EN FUNCTIES
BUITENZIJDE
(6)
(1)
Automatische origineelinvoer
Deze laadt en scant automatisch meerdere originelen. Bij
2-zijdige originelen kunnen automatisch beide zijden
worden gescand.
☞
HET ORIGINEEL PLAATSEN
(2)
Voorklep
Open deze klep om een tonercartridge te verwijderen.
☞
Onderhouds- en veiligheidshandleiding
(3)
Bedieningspaneel
Dit wordt gebruikt om functies te selecteren en het aantal
kopieën in te voeren.
☞
BEDIENINGSPANEEL
(4)
Uitvoerlade (middelste lade)
Uitvoer wordt naar deze lade uitgevoerd.
(5)
Afwerkingseenheid*
Deze kan worden gebruikt om afdrukken te nieten.
☞
AFWERKINGEENHEID
* Randapparatuur.
(3)
(4)
(1)
(2)
(7)
(pagina 1-34)
(pagina 1-7)
(pagina 1-40)
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Wanneer een afwerkingeenheid
is geïnstalleerd
(8)
(6)
Hoofdvoedingsschakelaar
Deze wordt gebruikt om het apparaat in te schakelen.
Laat deze schakelaar in de stand "Aan" staan bij gebruik
van de fax- of internetfaxfunctie.
☞
DE VOEDING IN- EN UITSCHAKELEN
(7)
Hendel
Pak hem vast bij het verplaatsen van de machine.
Let op
De hoofdeenheid is extreem zwaar en dus zijn er twee
mensen nodig voor dit karwei. Pak de hendels aan elke
kant stevig beet tijdens het optillen van de hoofdeenheid.
(8)
Handinvoerlade
Gebruik deze lade om handmatig papier in te voeren.
Als u een groter papierformaat laadt dan A4 of 8-1/2" x 11",
trek dan het verlengstuk van de handinvoer uit.
☞
PAPIER LADEN IN DE HANDINVOERLADE
1-2
(5)
(pagina 1-14)
(pagina 1-31)
Inhoudsopgave