Eerste inbedrijfstelling en gebruik
7.2.4
Vóór, tijdens of na de proefrun moet het volgende worden gecontroleerd:
dichtheid van de opvoerinstallatie, armaturen en leidingen
werking van de afsluitorganen
werking van de eventueel geïnstalleerde handmembraanpomp
instelling van het microcompressor,
7.2.5
Om het volume van de microcompressor te verkleinen moet de luchtstroom worden
verminderd.
LET OP Verminder de luchtstroom slechts in die mate dat er altijd nog
luchtbellen uit het uiteinde van de Drukbuis ontsnappen en in het afvalwater
opstijgen (het bubbelt nog, controleren via inspectiedeksel).
Verminder de luchtstroom met de
draaiknop (2) van de microcompressor
(1).
7.2.6
De bijgeleverde accu (2) voor het netonafhankelijke alarm moet in de sturing worden
geïnstalleerd.
Laat de accu (2) door een elektricien
installeren op positie (1) op de print-
plaat.
Na het installeren van de accu wordt het alarm automatisch geactiveerd.
72
Controlewerkzaamheden
Microcompressor instellen
Accu installeren
hfdst. 7.2.5
1
9 V
1
2
2