Installatie
6.2.5
Een aansluitstomp met nominale maat 75,
op de tank voorzien. De aansluitstomp is gesloten en moet worden geopend.
Wordt de aansluitstomp Ø 160,
moet voor de ventilatie de aansluitstomp Ø 110,
gebruikt.
Benodigdheden:
LET OP
48
Luchttoevoerleiding aansluiten
Zaag
Ventilatieleidingen (hoofdzakelijk bij opvoerinstallaties voor fecaliënhoudend afval-
water) moeten met gelijke diameter en constant stijgend tot boven het dak van de
woning worden geleid. De leiding mag zowel in de hoofd- als in de secundaire leiding
worden ingevoerd
Ter voorkoming van geurhinder, mag de ventilatieleiding van de opvoerinstallatie
nooit worden verbonden met de toevoerzijdige ventilatieleiding van een vetafscheider
Gesloten aansluitstomp langs de
insnijding (1) opensnijden.
Ventilatieleiding aansluiten (verbin-
dingsstuk, schuifbus, enz.).
hfdst. 4.3/onderdeelnr. 17, werd boven
hfdst. 4.3/onderdeelnr. 18 als toevoer gebruikt, dan
hfdst. 4.3/onderdeelnr. 10 worden
1