Installatie
6.2.3
Aansluitstompen met Ø 110, 160 of 200,
18, werden aan de tank gegoten. Alle aansluitstompen zijn gesloten en moeten na het
kiezen van de benodigde aansluiting (kunnen er ook meerdere zijn) worden geopend.
Benodigdheden:
LET OP
Door het fabricageprocedé kunnen er daarachter ongelijkmatige wanddikten (materiaal-
ophopingen) ontstaan.
46
Toevoerleiding aansluiten
Zaag
Vijl
Leiding mag in stromingsrichting niet worden vernauwd
Aan de toevoerzijde moet een Handafsluiter worden aangebracht,
hfdst. 6.2.4
Gesloten aansluitstomp langs de
insnijding (1) opensnijden.
Toevoerleiding aansluiten (verbin-
dingsstuk, schuifbus, enz.).
Eventuele materiaalophopingen (3) ter
hoogte van de bodem van de aansluit-
stomp (2) met een vijl (1) verwijderen.
hfdst. 4.3/onderdeelnr. 7 – 11, 17 +
1
1
2
3