9.7.3
Snoeien
a. Begin altijd met de grootste diameter in de richting van de top om de plant of eventuele
secundaire takken te snoeien.
b. Zoek altijd de meest stabiele en veilige positie voordat u de kettingzaag start. Behoud zo
nodig het evenwicht door de dichtstbijzijnde knie tegen de stam te leunen.
c. Laat de kettingzaag op de stam steunen om u niet te veel te vermoeien en draai hem op de
linker- of rechterzijde afhankelijk van de positie van de te zagen tak (Fig. 32).
d. Zoek bij onder spanning staande takken een veilige positie om u tegen eventuele
zweepslagen te beschermen. Begin de snede altijd aan de andere kant van de buiging.
e. Maak bij het zagen van grote takken gebruik van de klauw door erop te draaien.
LET OP
Gebruik de bovenste rand van de neus van het zaagblad niet, vooral bij het snoeien,
omdat u kans loopt op een terugslag.
9.7.4
Doorzagen
Kijk voordat u de stam gaat doorzagen hoe deze om de grond rust: zo kunt u hem op de juiste
manier zagen en voorkomen dat het zaagblad middenin de stam geblokkeerd raakt.
a. Begin te zagen in de bovenkant over ongeveer 1/3 van de doorsnede (1, Fig. 33). Voltooi de
zaagsnede aan de onderkant (2, Fig. 33). Op deze manier is de zaagsnede perfect en blijft
het zaagblad niet in de stam steken.
b. Begin te zagen in de onderkant over ongeveer 1/3 van de doorsnede (1, Fig. 34). Voltooi de
zaagsnede aan de bovenkant (2, Fig. 34).
LET OP
Als het hout zich op de ketting sluit tijdens het zagen, stop dan de motor, til de
stam op en verander de positie ervan (Fig. 36). Probeer niet de ketting te bevrijden
door aan de handgreep van de kettingzaag te trekken.
10
ONDERHOUD
LET OP
Gebrek aan onderhoud of onjuist onderhoud kunnen ernstige letsels voor de
bediener of de machine veroorzaken.
LET OP
Draag altijd veiligheidshandschoenen tijdens het plegen van onderhoud. Verricht
nooit onderhoud bij warme motor.
Gebruik geen brandstof (mengsels) voor het schoonmaken.
NL
31