•
Gebruik de machine alleen op goed geventileerde plaatsen, gebruik de machine niet in
explosieve of ontvlambare ruimtes of in gesloten ruimtes.
•
Raak de ketting niet aan en verricht geen onderhoud terwijl de motor draait.
•
Het is verboden op de aftakas van de machine andere dan de door de fabrikant geleverde
hulpstukken aan te brengen.
NL
•
Zorg ervoor dat alle etiketten met de gevaar- en veiligheidssymbolen in een goede staat
blijven. Vervang ze tijdig in geval van beschadiging of slijtage (zie hoofdstuk 2 VERKLARING
VAN DE SYMBOLEN EN VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN (Fig. 1)).
•
Gebruik de machine niet voor andere doeleinden dan die zijn aangegeven in de handleiding
(zie paragraaf 9.6 Verboden gebruik).
•
Laat het apparaat niet achter met draaiende motor.
•
Controleer de machine dagelijks om er zeker van te zijn dat elk onderdeel, voor de
veiligheid of anderszins, goed werkt.
•
Volg onze instructies voor het onderhoud altijd op.
•
Werk niet met een beschadigde, slecht gerepareerde, slecht gemonteerde of eigenhandig
gewijzigde machine. Verwijder geen veiligheidsvoorzieningen, beschadig ze niet en stel ze
niet buiten werking. Gebruik alleen zaagbladen met de in de tabel aangegeven lengte.
•
Voer nooit handelingen of reparaties uit die niet tot het normale onderhoud behoren. Neem
voor elke andere ingreep contact op met een erkend assistentiecentrum.
•
Start de kettingzaag nooit zonder de kettingkast.
•
Bij buitengebruikstelling mag de machine niet in het milieu worden achtergelaten, maar
moet deze worden teruggebracht naar de dealer, die voor de juiste verwerking zal zorgen.
•
Geef of leen het apparaat uitsluitend aan ervaren personen die op de hoogte zijn van de
werking en het juiste gebruik van het apparaat. Geef ook de handleiding met de
gebruiksaanwijzingen, die moet worden gelezen alvorens het werk te beginnen.
•
Wend u bij vragen of werkzaamheden met een hoge prioriteit altijd tot uw dealer.
•
Bewaar deze handleiding zorgvuldig en raadpleeg hem voor elk gebruik van de machine.
•
Vergeet niet dat de eigenaar of de gebruiker aansprakelijk is voor ongevallen of risico's
geleden door derden of voor schade aan goederen.
4.1
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN (PBM)
Met persoonlijk beschermingsmiddelen (PBM's) wordt elke uitrusting bedoeld die door de
bestuurder moet worden gedragen ter bescherming tegen de risico's voor de veiligheid of de
gezondheid op het werk, alsmede elk hulpmiddel of accessoire dat voor dat doel is bestemd.
Het gebruik van PBM's neemt de risico's op letsel niet weg, maar beperkt wel de gevolgen van
ongevallen.
Hieronder volgt een lijst met de persoonlijk beschermingsmiddelen die tijdens het gebruik van
de machine moeten worden gebruikt:
•
Draag snijbestendige veiligheidsschoenen met antislipzool en stalen punten.
•
Draag een veiligheidsbril of een gezichtsscherm.
•
Pas beschermingen tegen lawaai toe, bijvoorbeeld gehoorbeschermers of oordoppen.
16