Transport, installatie en inbedrijfstelling
Installatievoorwaarden:
Installatievoorwaarden:
30
Afstanden
◼
Voor de toevoerleidingen is een afstand van ca. 50 mm tot
de wand aan de achterzijde nodig.
◼
Extra machines kunnen direct aan de zijkant
geplaatst.
◼
Voor het openen van de deur van de automaat is ca. 750
mm naar voren nodig.
◼
De machine mag alleen worden aangesloten op een
koudwaterleiding die geschikt is voor drinkwater.
Water
◼
De toevoerdruk moet tussen 2 en 6 bar liggen. Lagere of
hogere drukken zijn niet toegestaan. Bij lagere druk werkt
de automaat niet, bij hogere druk moet er een drukregelaar
worden voorgeschakeld.
◼
Bedrijfstemperatuur water: 5 °C tot maximaal 35 °C.
◼
De opbouw en de schikking van de drinkwaterinstallatie
moet aangepast zijn, aan de eisen voor drinkwaterhygiëne
moet altijd voldaan worden. Ev. een circulatiesysteem
installeren.
◼
Vanaf een waterhardheid van 7°dH moet absoluut een
waterfilter voor de machine worden geschakeld. Om de
onderdelen van de machine te sparen moet de cartridge
worden