Onderhoudscontroller
Deze onderhoudscontroller werkt alleen op machines van generatie 2* en 3*. De onderhoudscontroller bestaat uit twee
connectoren, K22 (A) en K23 (B), en een manoeuvreereenheid (C).
*schakelaar S1 op schakelkast moet in stand 2 staan.
1
3
4
5
7
8
9
10
Wat is wat op de manoeuvreereenheid?
De manoeuvreereenheid heeft een machinestopknop (D) en 12 schakelaars met verschillende functies.
1
Aan/uit (I/O)
2
Modusselectie
3
Arm 1 (uit/in)
4
Arm 2 (omhoog/omlaag)
5
Arm 3 (omhoog/omlaag)
6
Gereedschap voor zwenken (inwendig/uitwendig)
7
Telescopische arm (uit/in) (Alleen voor DXR310)
8
Rupsband, links (vooruit/achteruit)
9
Toren (draaifunctie)
10 Rupsband, rechts (vooruit/achteruit)
11 Stempelpoot, actief
- Links - linkerzijde (x2)
- Midden - alle
- Rechts - rechterzijde (x2)
12 Stempelpoot, bewegen (omhoog/omlaag)
De onderhoudscontroller wordt alleen gebruikt om de machine te verplaatsen voor onderhoud.
De machine moet nog in staat zijn om te kunnen rijden. De onderhoudscontroller vervangt enkel het bedieningssysteem
en de afstandsbediening.
LET OP! De onderhoudscontroller is niet bedoeld om mee te werken en gereedschap kan niet worden geactiveerd.
WAARSCHUWING! Niemand, behalve de operator, mag zich binnen de gevarenzone van de
!
machine bevinden terwijl de machine wordt verplaatst. De gevarenzone van de machine verandert
wanneer de machine wordt verplaatst en is afhankelijk van de bodemomstandigheden etc.
Onderzoek de mogelijke risico's voordat u begint met het verplaatsen van de machine. Als de
omstandigheden veranderen tijdens het verplaatsen van de machine, moet u de gevarenzone
opnieuw bepalen.
34 – Dutch
ACCESSOIRES
11
12
2
6
A
B
C
D