Inhoudsopgave
Advertenties
Armsysteem
•
Gebruik het armsysteem en de draaifunctie niet voor
slagwerkzaamheden, slopen en vergruizen.
•
Bedien de arm niet wanneer de stempelpoten van de
machine zijn ingetrokken. De stempelpoten zorgen
voor stabiliteit en verkleinen het risico dat de machine
omvalt.
•
Wanneer het armsysteem is uitgeklapt, nemen de
belasting en het risico op omvallen toe. Plaats de
machine zo dicht mogelijk bij het te bewerken object.
•
Maak de machine niet vast aan vaste objecten, zoals
muren, om de kracht op het te bewerken object te
vergroten. De machine en het gereedschap kunnen
hierdoor worden overbelast.
•
Werk niet met de cilinders van de machine in de
maximale ingeschoven of uitgeschoven stand om
overbelasting te voorkomen. Houd enkele centimeters
over tot de eindpositie. De hydraulische olie heeft dan
meer capaciteit om stoten en trillingen te dempen.
•
Er zijn twee werkstanden die voor een grote belasting
van de afzonderlijke cilinders zorgen.
Cilinders 1 en 2 zijn volledig uitgeschoven en de
sloophamer werkt in een omhoog gerichte positie.
Gebruik de cilinders nooit in de maximale
ingeschoven of uitgeschoven stand.
Cilinder 3 is volledig uitgeschoven en de sloophamer
werkt in een naar beneden gerichte positie. Gebruik
de cilinders nooit in de maximale ingeschoven of
uitgeschoven stand.
20 – Dutch
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Naast greppels en geulen
•
Op ongeschikte oppervlakken en door verkeerd
gebruik kan de machine gaan schuiven. Wees extra
voorzichtig als u in de buurt van greppels en geulen
en op hoogte werkt.
•
Veranker de machine en los gereedschap altijd als u
in de buurt van greppels en geulen werkt.
•
Zorg ervoor dat de machine stabiel staat en tijdens de
werkzaamheden niet dichter in de buurt van de
greppel komt.
•
Zorg ervoor dat de ondergrond voldoende
draagvermogen heeft. Trillingen beïnvloeden het
draagvermogen.
Ongelijkmatige ondergrond
•
Klap de stempelpoten zo uit dat ze zich net boven de
ongelijkmatige ondergrond bevinden waarop de
machine wordt verplaatst.
•
In sommige gevallen kan de arm worden gebruikt om
de aandrijving over hobbels te tillen. Om te
voorkomen dat de machine omvalt mag de arm nooit
worden gedraaid of ver omhoog worden gebracht.
•
Op een ongelijkmatige ondergrond kan de machine
zover overhellen dat hij omvalt. Manoeuvreer het
armsysteem van de machine naar binnen om het
zwaartepunt zo dicht mogelijk naar het midden van de
machine te verplaatsen om te voorkomen dat de
machine omvalt.
•
Op ondergrond met onvoldoende draagvermogen kan
de machine plotseling van richting veranderen of zelfs
omvallen. Controleer altijd het draagvermogen en de
eigenschappen van de ondergrond voordat u de
machine gaat gebruiken. Wees ook bedacht op gaten
die zijn bedekt met materiaal dat onvoldoende
draagvermogen heeft.
•
De rupsbanden van de machine hebben weinig grip
op een gladde ondergrond. Water, stof en vuil kunnen
de grip nog verder verminderen. Houd er bij het
vaststellen van de risico's rekening mee dat de
machine eerder kan gaan schuiven als de
rupsbanden minder grip hebben.
Krappe ruimtes
•
Soms is het moeilijk om werkzaamheden uit te voeren
in krappe ruimtes als de stempelpoten zijn uitgeklapt.
De machine is aanzienlijk minder stabiel als de
stempelpoten zijn ingeklapt. Pas de werkzaamheden
aan. Als de arm buiten de stempelpoten zwenkt, kan
de machine eerder omvallen.
Hellingen
•
Hellingen, trappen en andere oplopende en aflopende
ondergronden vormen een belangrijk risico voor het
verplaatsen van de machine. Bij hellingen steiler dan
30° in de lengterichting van de machine kan de
machine omvallen.
•
Het armsysteem en de stempelpoten van de machine
moeten zo laag mogelijk bij de grond worden gebracht
om de kans op omvallen te verkleinen.
Advertenties
Inhoudsopgave
