9-15 APPARAAT STOPT SOMS
• Het display van de afstandsbediening toont
"U4" en "U5" en stopt, maar start daarna
opnieuw na enkele minuten.
Dit gebeurt omdat de afstandsbediening storing
ondervindt van andere elektrische apparatuur
dan de airconditioner en dit verhindert communi-
catie tussen de units waardoor deze stoppen.
Het apparaat wordt automatisch weer gestart
zodra de storing wegvalt.
9-16 HETE LUCHT KOMT NAAR BUITEN
ALHOEWEL HET APPARAAT IS STOP-
GEZET
• Hete lucht is voelbaar wanneer het apparaat is
stopgezet.
Enkele verschillende binnenunits worden binnen
hetzelfde systeem gebruikt, zodat als de ene unit
draait, er nog steeds koelmiddel door de andere
unit stroomt.
9-17 APPARAAT KOELT NIET ZO GOED
• Het droogprogramma programmeren.
De droogprogramma functie dient om de kamer-
temperatuur zo weinig mogelijk te verlagen.
Zie pagina 9.
10. STORINGEN VERHELPEN
Neem contact op met uw Daikin-dealer en neem
onderstaande maatregelen wanneer één van de
volgende storingen is opgetreden.
WAARSCHUWING
Stop de unit en schakel de stroom uit, wan-
neer zich iets ongebruikelijks voordoet
(brandlucht etc.).
Laat u de eenheid onder dergelijke omstandighe-
den verder werken, dan kan dit kapotgaan, elektri-
sche schokken of brand tot gevolg hebben.
Neem contact op met uw dealer.
• Wanneer een veiligheidsvoorziening zoals een
zekering, contactverbreker of aardlekschakelaar
frequent wordt geactiveerd;
Maatregel: Niet de hoofdschakelaar inschakelen.
• Wanneer de AAN/UIT knop niet goed werkt;
Maatregel: Schakel de hoofdschakelaar uit.
• Wanneer eer water uit het apparaat lekt;
Maatregel: Schakel het systeem uit.
• De bedieningsschakelaar werkt niet zo goed.
Schakel het apparaat uit.
• Wanneer in het display "
ven, het nummer van de unit en de verklikkerlamp
knipperen en er een storingcode wordt weergege-
ven; (Zie afbeelding 12)
Nederlands
" wordt weergege-
TEST
1. Controledisplay
2. Nummer van de binnenunit waarin de storing
is opgetreden
3. Verklikkerlamp
4. Storingscode
Maatregel: Neem contact op met uw Daikin-
dealer en vermeld de storingcode.
Wanneer het apparaat niet correct werkt en geen
van de hierboven beschreven storingen zijn
opgetreden, kunt u het systeem controleren aan
de hand van de volgende lijst.
Neem contact op met uw dealer als u het pro-
bleem zelf niet kunt verhelpen nadat u alle
bovenstaande punten heeft gecontroleerd.
Geef de symptomen, de systeemnaam en de
modelnaam door (aangegeven op de garantie-
kaart).
1. Wanneer het systeem helemaal niets doet;
• Controleer of er geen stroomstoring is.
Wacht tot de stroomonderbreking verholpen is.
Wanneer er tijdens bedrijf een stroomstoring
optreedt, zal het apparaat zodra de stroomvoorzie-
ning weer hersteld is opnieuw inschakelen.
• Controleer of er een zekering doorgebrand is;
Schakel de netspanning uit.
• Controleer of de circuit-
onderbreker is doorge-
slagen.
Schakel het apparaat in
met de onderbrekerscha-
kelaar in de uit stand.
Schakel niet de stroom in
met de contactverbreker in de uitschakelpositie.
(Neem contact op met uw dealer.)
2. Als het systeem spoedig na het starten stopt;
• Controleer of de luchtaan- of afvoer van een bin-
nenunit of buitenunit door een voorwerp wordt
geblokkeerd.
Verwijder eventuele obstakels en zorg voor vol-
doende aan-, resp. afvoermogelijkheid.
• Controleer of in het display het pictogram "
(luchtfilter moet worden gereinigd) wordt weerge-
geven;
Zie de gebruiksaanwijzing van de binnenunit. En
maak het luchtfilter schoon.
3. Het systeem werkt wel, maar het koelend of ver-
warmend vermogen is onvoldoende;
• Controleer of de luchtaan- of afvoer van een bin-
nenunit of buitenunit door een voorwerp wordt
geblokkeerd.
Verwijder eventuele obstakels en zorg voor vol-
doende aan-, resp. afvoermogelijkheid.
AAN
Schakelaar
Uitschakel-
positie
Onder-
breker
UIT
"
15