Schakel het apparaat uit.
• Zodra het apparaat wordt uitgeschakeld, verdwij-
nen de lettertekens op het display van de
afstandsbediening.
• Wanneer het apparaat is ingeschakeld, verbruikt
dit enkele tientallen hoeveelheden watt aan
stroom.
Schakel het apparaat uit om energie te sparen.
Maak het luchtfilter en de buitenkant schoon.
• Let erop dat u het luchtfilter weer precies op
dezelfde plek terugzet nadat u het heeft schoon-
gemaakt.
Zie de gebruiksaanwijzing behorend bij de binne-
nunit voor bijzonderheden betreffende de reini-
ging ervan.
9. DE VOLGENDE SYMPTOMEN
ZIJN GEEN STORINGEN AAN DE
AIRCONDITIONER
9-1 HET SYSTEEM WERKT NIET
• De airconditioner start niet onmiddellijk wan-
neer deze opnieuw gestart wordt na het stop-
zetten, of verandert niet van werkingsmodus
wanneer een andere werkingsmodus wordt
ingesteld.
Wanneer de verklikkerlamp gaat branden, is er
geen storing aan het systeem.
Om overbelasting van de compressormotor te
voorkomen start de airconditioner pas na onge-
veer 5 minuten wanneer deze even tevoren werd
uitgeschakeld.
• Als "Centralized Control" op de afstandsbe-
diening wordt getoond en door het indrukken
van de bedieningstoets het display gedurende
enkele seconden gaat knipperen.
Dit betekent dat de centrale apparaat het appa-
raat bestuurt.
Het knipperende display betekent dat de
afstandsbediening niet gebruikt kan worden.
• Het systeem start niet onmiddellijk opnieuw
wanneer de voeding ingeschakeld wordt.
Wacht een minuut tot de microcomputer klaar
voor gebruik is.
9-2 APPARAAT STOPT SOMS
• Het display van de afstandsbediening toont
"U4" of "U5" en stopt, maar start daarna
opnieuw na enkele minuten.
Dit gebeurt omdat de afstandsbediening storing
ondervindt van andere elektrische apparatuur
dan de airconditioner en dit verhindert communi-
catie tussen de units waardoor deze stoppen.
Het apparaat wordt automatisch weer gestart
zodra de storing wegvalt.
Nederlands
9-3 HET IS NIET MOGELIJK OM OM TE
SCHAKELEN TUSSEN KOELEN EN
VERWARMEN
• Wanneer in het display van een afstandsbe-
diening het pictogram "
len geblokkeerd) wordt weergegeven.
Is deze afstandsbediening niet de masteraf-
standsbediening.
Zie "De als master ingestelde afstandsbediening
instellen".
• Wanneer de koelen/verwarmen keuzeschake-
laar geïnstalleerd is en het display "
(omschakelen geblokkeerd) toont.
Dit is omdat de koelen/verwarmen overschake-
ling bestuurd wordt door de koelen/verwarmen
keuzeschakelaar. Vraag uw Daikin dealer waar
de afstandsbedieningsschakelaar is geïnstal-
leerd.
9-4 HET IS WEL MOGELIJK OM TE VENTI-
LEREN, MAAR KOELEN EN VERWAR-
MEN KUNNEN NIET INGESCHAKELD
WORDEN
• Onmiddellijk nadat de voedingsspanning
ingeschakeld is.
De microcomputer voert een zelftest uit.
Wacht 10 minuten.
9-5 DE VENTILATORSNELHEID KOMT NIET
OVEREEN MET DE INSTELLING
• De ventilatorsnelheid verandert niet wanneer
de insteltoets voor de ventilatorsnelheid inge-
drukt wordt.
Tijdens verwarmen, wanneer de ruimtetempera-
tuur de ingestelde temperatuur bereikt, schakelt
de buitenunit uit en wordt de ventilatorsnelheid
van de binnenunit sterk verlaagd.
Hiermee wordt voorkomen dat koude lucht recht-
streeks op de gebruikers van de ruimte wordt
geblazen.
De ventilatorsnelheid zal niet veranderen wan-
neer een andere binnenunit bezig is met verwar-
men, ook al wordt de toets ingedrukt.
9-6 DE DRAAIRICHTING VAN DE VENTILA-
TOR KOMT NIET OVEREEN MET DE
INSTELLING
• De draairichting van de ventilator komt niet
overeen met wat wordt weergegeven op het
display van de afstandsbediening.
De draairichting van de ventilator verandert
niet.
Dat komt omdat het apparaat bestuurd wordt door
de microcomputer. Zie "De richting van de lucht-
stroom instellen".
" (omschake-
"
13