• Het display in afbeelding 2 toont de mogelijke
functies. In werkelijkheid wordt uiteraard altijd
slechts één van de functies weergegeven.
• Afbeelding 2 toont de afstandsbediening met het
deksel geopend.
• Bij FXS, FXM, FXL en FXN is de afsteltoets voor
de luchtstroomrichting (22) niet beschikbaar en
geeft het display (4) bij het indrukken
"NOT AVAILABLE" aan.
5. WERKBEREIK
Gebruik het apparaat uitsluitend in een omgeving
die voldoet aan de voorwaarden uit onderstaande
tabel. In deze omstandigheden werkt het apparaat
veilig en optimaal.
Buitentemperatuur
Binnentemperatuur
Luchtvochtigheid binnen
OPMERKING
• Koelen:
Als de airconditioner continu wordt gebruikt bij
een binnentemperatuur van 21° C of lager en een
vochtigheidsgraad van 80% of hoger, kan er aan
de binnenkant van de binnenunits ijsvorming ont-
staan, waardoor waterlekkage veroorzaakt kan
worden.
• Verwarmen:
Bij een buitentemperatuur van 21° C of hoger is
het mogelijk dat de werking van de airconditioner
wordt stopgezet ter beveiliging van het apparaat.
• Om condensatie en waterlekkage uit de unit te
voorkomen.
Als de temperatuur of de vochtigheid buiten dit
bereik liggen, kunnen de veiligheidsvoorzienin-
gen in werking treden en werk de airconditioner
mogelijk niet.
6. BEDIENINGSPROCEDURE
• De manier waarop het apparaat wordt bediend
hangt af van de combinatie van de buitenunit en
de afstandsbediening. Meer informatie hierover
vindt u in het hoofdstuk "Wat te doen voordat u het
apparaat inschakelt".
• Ter bescherming van het apparaat moet de hoofd-
schakelaar 6 uur voordat het systeem in bedrijf
genomen wordt, ingeschakeld worden.
Schakel de stroomvoorziening tijdens het gebruiks-
seizoen van de airconditioner niet uit om het
opstarten van het apparaat te vergemakkelijken.
Nederlands
KOELEN
VERWARMEN
–5°~43°CDB
–20° ~21°CDB
–20°~15,5°CWB
21°~32°CDB
15°~27°CDB
14°~25°CWB
≤ 80%
-
• Als de stroomtoevoer onderbroken wordt terwijl
het apparaat in bedrijf is, zal het systeem automa-
tisch opnieuw inschakelen zodra de stroomonder-
breking opgeheven is.
6-1 KOELEN, VERWARMEN, AUTOMA-
TISCH BEDRIJF EN ALLEEN VENTILA-
TOR
• De werkingsmodus kan niet veranderd worden
met de afstandsbediening waarvan het display
"
" (omschakelen geblokkeerd) toont.
Verander de bedrijfsmodus met de afstandsbe-
diening waarvan het display niet "
toont.
• Zie het hoofdstuk "Bedieningsprocedure - De
masterafstandbediening instellen" wanneer het
display "
" (omschakelen geblokkeerd)
knippert.
• Het is mogelijk dat de ventilator na het stopzetten
van de verwarmingsfunctie nog ongeveer
1 minuut blijft draaien om de warmte uit de binne-
nunit te verwijderen.
• De luchtstroomsnelheid kan automatisch afge-
steld worden afhankelijk van de kamertempera-
tuur of de ventilator kan plotseling stoppen. Dit
duidt niet op een defect.
• Voor beveiliging van het apparaat kan het sys-
teem de luchtstroomsnelheid automatisch rege-
len.
• Het kan enige tijd duren voordat de verandering
van de luchtstroomsnelheid voltooid is.
Dit is normaal.
• Automatisch bedrijf (Enkel warmteterugwinning-
serie (RQCEQ))
Bij automatisch bedrijf wordt automatisch omge-
schakeld tussen koelen en verwarmen.
VOOR SYSTEMEN ZONDER KEUZESCHAKE-
LAAR KOELEN/VERWARMEN (Zie afbeelding 4)
Druk de keuzetoets voor het selecteren van de
1
functie zo vaak in tot de gewenste functie is
geselecteerd.
"
" Koelen
"
" Verwarmen
"
" Automatisch bedrijf
"
" Alleen ventilator
Druk op de aan / uit toets.
2
De verklikkerlamp gaat branden en het sys-
teem wordt ingeschakeld.
"
7