Algemeen
Verwijder de startsleutel om onbedoelde bewegingen tijdens het smeren te voorkomen.
Bij smeren met een oliekan moet de oliekan gevuld zijn met motorolie.
Bij smeren met vet kan, waar niet anders is aangegeven, vet 503 98 96-01 of een ander chassis- of
kogellagervet met een goede anti-roestbescherming gebruikt worden.
Bij dagelijks gebruik van de zitmaaier moet er twee keer per week gesmeerd worden.
Droog overbodig smeermiddel na het smeren weg.
Het is belangrijk dat er geen smeermiddel in contact komt met V-snaren of de aandrijfoppervlakken van de
poelies. Indien dit gebeurt kunt u proberen ze met alcohol schoon te maken. Blijft de snaar slippen na het
schoonmaken met alcohol moet de snaar vervangen worden. Benzine of andere petroleumproducten mogen
niet gebruikt worden voor het schoonmaken van V-snaren.
Smeren van kabels
Smeer beide einden van de kabels en breng de hendels helemaal naar de eindstand tijdens het smeren.
Plaats na het smeren de rubberen beschermingen terug op de kabels. Kabels met een mantel zullen gaan
aanlopen indien ze niet regelmatig worden gesmeerd. Als een van de kabels aanloopt, kunnen storingen in
de werking optreden, bijv. aanlopen van de rem.
Wanneer een kabel aanloopt, moet u hem verwijderen en loodrecht ophangen. Van bovenaf met dunne
motorolie smeren tot de olie er aan de onderkant uitkomt. Een tip: Doe olie in een klein plastic zakje en plak
dit zo dicht dat het de mantel afdicht, laat de kabel een nacht loodrecht in de zak hangen. Als het niet lukt de
kabel te smeren moet deze vervangen worden.
Smeerinstructies volgens schema
1. Maaielement
Verwijder de neuskap.
Smeer met een oliekan:
- Scharnierpunten en lagers
56
– Nederlands
SMEREN
8009-154