Controle van de koelluchtinlaat van de
motor
Maak het luchtinlaatrooster in de motorkap achter
de bestuurderszitting schoon.
Klap de motorkap omhoog.
WAARSCHUWING!
De koelluchtinlaat draait wanneer
de motor loopt. Pas op uw vingers.
Controleer of de koelluchtinlaat van de motor vrij is
van bladeren, gras en vuil.
Controleer of de luchtleiding, die aan de onderkant
van de motorkap zit, schoon is en niet tegen de
koelluchtinlaat schuurt.
Bij een verstopt luchtinlaatrooster, luchtleiding of
koelluchtinlaat verslechtert het koelen van de
motor, hetgeen kan leiden tot beschadiging aan de
motor.
Schoonmaken van motor en
geluiddemper
Hou de motor en de geluiddemper vrij van
maairesten en vuil. Maairesten, in benzine of olie
gedrenkt op de motor, betekenen een verhoogd
brandrisico en verslechteren de koeling.
Laat de motor voor het schoonmaken afkoelen. Als
het vuil met olie is gemengd, moet u dit oplossen
met een ontvettingsmiddel, anders alleen water en
een borstel.
Maairesten rond de geluiddemper drogen snel en
vormen een brandrisico. Borstel of spoel ze weg,
wanneer de geluiddemper koud is.
ONDERHOUD
Luchtinlaatrooster
Koelluchtinlaat
8009-489
8009-152
31
Nederlands -