Systeembeheerderfuncties
7. Selecteer uw versleutelingsalgoritme en de grootte Public Key. Neem contact op met de
systeembeheerder voor ondersteuning.
8. Als u wilt instellen hoeveel dagen het certificaat geldig moet blijven, typt u het gewenste
aantal dagen in het veld Geldigheidsduur.
9. Klik op Maken.
10. Als u wilt terugkeren naar de pagina Veiligheidscertificaten, klikt u bij de schermvraag op
Sluiten.
11. U sluit de pagina Veiligheidscertificaten door op Sluiten te klikken.
De SSL-instellingen configureren:
1. Open een webbrowser op uw computer. Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk en
druk vervolgens op Enter of Return.
2. Meld u aan als systeembeheerder bij de Embedded Web Server. Voor meer informatie gaat u
naar .
3. Klik op Systeem→Beveiliging.
4. Bij Netwerkbeveiliging klikt u op SSL/TLS-instellingen.
5. Selecteer een of meerdere protocollen in de lijst met SSL- en TLS-protocollen.
6. Om een apparaatcertificaat voor de server te selecteren, klikt u in het gedeelte
Apparaatcertificaat - Server en selecteert u een certificaat in de lijst.
7. Om SSL-communicatie in te schakelen, klikt u op de wisselknop HTTP - SSL/TLS-
communicatie.
8. Typ een geldig poortnummer bij HTTP - SSL/TLS-poortnummer.
Let op:
Voordat u de standaardwaarde 443 wijzigt, neemt u contact op met uw
systeembeheerder.
9. Als uw LDAP-server SSL-communicatie met behulp van LDAP-verificatie vereist, klikt u op de
wisselknop LDAP - SSL/TLS-communicatie.
10. Om SSL-communicatie voor SMTP in te schakelen, klikt u op SMTP - SSL/TLS-communicatie
en selecteert u een optie.
11. Als dit voor uw omgeving nodig is, klikt u op de wisselknop Certificaat van externe server
verifiëren en daarna op OK.
12. Klik op Nu opnieuw opstarten om uw wijzigingen te activeren.
Opmerking:
Een vinkje op de wisselknop duidt aan dat de instelling is ingeschakeld.
I I P P - - a a d d r r e e s s f f i i l l t t e e r r i i n n g g c c o o n n f f i i g g u u r r e e r r e e n n
1. Open een webbrowser op uw computer. Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk en
druk vervolgens op Enter of Return.
2. Meld u aan als systeembeheerder bij de Embedded Web Server. Voor meer informatie gaat u
naar .
3. Klik op Systeem→Beveiliging.
4. Klik op IP-adresfiltering.
5. Als u een internetprotocol voor IP-adresfiltering wilt inschakelen, klikt u op de bijbehorende
wisselknop.
Opmerking:
194
Xerox
Phaser
®
Handleiding voor de gebruiker
Een vinkje op de wisselknop duidt aan dat de functie is ingeschakeld.
6510-printer
®