Inhoudsopgave
Advertenties
● PROBLEEMOPLOSSING
Gebruik de volgende informatie als er zich problemen voordoen tijdens de gebruiksfase.
Probleem
Er verschijnt geen scherm wanneer
de voeding wordt ingeschakeld.
A) Het scherm knippert.
B) Er verschijnen abnormale markeringen.
C) Het scherm wordt zwakker of verdwijnt.
A) Het scherm wordt zwart en is
moeilijk leesbaar.
B) Het scherm is vaag en moeilijk af
te lezen.
Scherm verschijnt alleen terwijl de
POWER-knop wordt ingedrukt, en
verdwijnt wanneer deze wordt los-
gelaten.
Als het scherm "LOW BATTERY" of
"COM.ERROR" aangeeft.
Problemen tijdens de "MANUAL MODE" en/of "ADJUSTING MODE"
De zwaaisnelheid van de prothese
verandert niet wanneer de gegevens
gewijzigd worden.
De resterende stap-indicator telt niet
af wanneer de loopsnelheid wordt
gemeten.
Als het scherm "ST<MT ERROR!" of
"MT<FT ERROR!" aangeeft.
Problemen tijdens de CONFIRMATION MODE
De eindimpact is te hard.
De knieprothese kan de volledige ex-
tensie niet bereiken.
De zwaai van de prothese is niet ge-
coördineerd met een snelheidsver-
andering.
Oorzaak
A) De batterij van de programmeerunit
is niet goed aangesloten op het
apparaat.
B) Batterij van de programmeerunit
is uitgeput.
Uitgeputte batterij van de
programmeerunit.
A) Het onderdeel is gedurende lan-
ge tijd blootgesteld geweest aan
hoge of lage temperaturen.
B) Er is een afstellingsfout van het
onderdeel.
A) De batterij in het kniegewricht is
niet aangesloten.
B) De batterij in het kniegewricht is
uitgeput.
Uitgeputte batterij van de
program meerunit.
A) De batterij is niet aangesloten op
het kniegewricht.
B) "0"-positiefout van het naaldventiel.
C) De batterij in het kniegewricht is
uitgeput.
D) De printplaat van de cilindermo-
dule, de motor of het naaldventiel
is beschadigd.
A) Nabijheidssensor is niet aangesloten.
B) Beschadiging van de nabijheids-
sensor, aansluiting, of magneet.
Afstelling van eindimpact is te zacht.
De afstelling van de eindimpact is te
sterk ingesteld.
A) De aansluiting met de batterij, de
motor of de nabijheidssensor zit los
B) De batterij in de knie-eenheid is
uitgeput.
C) Beschadiging van de
nabijheidssensor of magneet.
D) De pneumatische cilinder is defect.
Oplossing
A) Sluit de batterij juist aan.
B) Vervang de batterij.
Vervang de batterij van de
programmeerunit.
A) Plaats het onderdeel gedurende 1
uur in een ruimte met een tempe-
ratuur tussen 10 °C en 30 °C.
Vervang de batterij als het onder-
deel niet herstelt binnen die tijd.
B) Vervang de programmeerunit.
A) Sluit de batterij in het
kniegewricht aan.
B) Vervang de batterij in het
kniegewricht.
Raadpleeg het gedeelte voor
FOUTMELDINGEN.
A) Sluit de batterij aan op het knie-
gewricht.
B) Druk op de RESET-knop. Druk nog-
maals op de knop als het de eerste
keer niet effectief is.
C) Vervang de batterij in de knie-eenheid.
D) Neem contact op met de leverancier.
A) Neem contact op met de leverancier.
B) Neem contact op met de leverancier.
Raadpleeg het gedeelte voor
FOUTMELDINGEN.
Draai de schroef voor de afstelling van
de eindimpact met de klok mee om
de demping te verhogen binnen de
volledige extensie van het kniebereik.
Draai de schroef voor de afstelling
van de eindimpact tegen de klok in
om volledige extensie te verkrijgen.
A) Steek de aansluiting er volledig in.
B) Vervang de batterij van de
knie-eenheid.
C) Neem contact op met de leverancier.
D) Neem contact op met de leverancier.
28
Advertenties
Inhoudsopgave
