3-4
Regeling van de zwaaifase
De microprocessor berekent de tijd voor een loopcyclus aan de hand van gegevens
over de buiging van het kniegewricht zoals gedetecteerd door de nabijheidssensor.
Ook onthoudt deze microprocessor voor elke gebruiker de aanpassingsgegevens
van maximaal 10 standen die bestaan uit cadans en reactiekracht van de pneuma-
tische cilinder. Wanneer de cadans verandert, geeft de microprocessor opdracht
aan de stappenmotor om het naaldventiel onmiddellijk te activeren, zodat een
zwaaisnelheid van de prothese wordt geselecteerd.
(Hoog)
(Laag)
11
OFF
Standfase
Tijd voor één cyclus
Afb. 5
Langzaam
(Langzaam)
Afb. 6 10-standen instelling
OFF
ON
ON
Zwaaifase
Normaal
Loopsnelheid
Snel
(Snel)