Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Draairichting Van De Motor Controleren; Test Lokale Bediening; Systeem Opstarten - Danfoss VLT AQUA Drive FC 202 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AQUA Drive FC 202:
Inhoudsopgave

Advertenties

Inbedrijfstelling
7.
De test wordt automatisch uitgevoerd en bij
voltooiing wordt een melding gegeven.
8.
De geavanceerde motorgegevens zijn in te stellen
in parametergroep 1-3* Geav. Motordata.
5.5 De draairichting van de motor
controleren
LET OP
Risico op schade aan pompen/compressoren wanneer de
motor in de verkeerde richting draait. Controleer de
draairichting van de motor voordat u de frequentieom-
5
5
vormer opstart.
De motor draait kortstondig met 5 Hz of met de in
parameter 4-12 Motor Speed Low Limit [Hz] ingestelde
minimumfrequentie.
1.
Druk op [Main Menu].
2.
Ga naar parameter 1-28 Motor Rotation Check en
druk op [OK].
3.
Ga naar [1] Ingesch.
De volgende tekst verschijnt: NB! Motor draait mogelijk in
verkeerde richting.
4.
Druk op [OK].
5.
Volg de instructies op het scherm.
LET OP
Om de draairichting van de motor te wijzigen, schakelt u
de voeding naar de frequentieomvormer af en wacht u
tot de eenheid is ontladen. Verwissel de aansluiting van
2 van de 3 motorkabels aan de motor- of omvormerzijde
van de aansluiting.

5.6 Test lokale bediening

1.
Druk op [Hand On] om de frequentieomvormer te
voorzien van een lokaal startcommando.
2.
Laat de frequentieomvormer accelereren door via
[
] naar vol toerental te gaan. Door de cursor
links van het decimaalteken te plaatsen, kunt u
wijzigingen sneller invoeren.
3.
Let op eventuele acceleratieproblemen.
4.
Druk op [Off]. Let op eventuele deceleratiepro-
blemen.
Raadpleeg hoofdstuk 7.5 Probleem verhelpen in geval van
acceleratie- of deceleratieproblemen. Zie hoofdstuk 7.4 Lijst
met waarschuwingen en alarmen voor informatie over het
resetten van de frequentieomvormer na een uitschakeling
(trip).
32
®
VLT
AQUA Drive FC 202
Danfoss A/S © 01/2015 Alle rechten voorbehouden.

5.7 Systeem opstarten

Voor de procedure in deze sectie is het noodzakelijk dat de
bedrading en de toepassingsspecifieke programmering
door de gebruiker zijn voltooid. Het wordt aanbevolen om
de volgende procedure uit te voeren nadat de toepas-
singssetup is voltooid.
1.
Druk op [Auto On].
2.
Schakel een extern startcommando in.
3.
Pas de snelheidsreferentie aan voor het volledige
toerentalbereik.
4.
Schakel het externe startcommando uit.
5.
Controleer het geluids- en trillingsniveau van de
motor om u ervan te verzekeren dat het systeem
naar behoren werkt.
Raadpleeg hoofdstuk 7.3 Waarschuwings- en alarmtypen of
hoofdstuk 7.4 Lijst met waarschuwingen en alarmen als er
waarschuwingen of alarmen worden gegenereerd.
MG20MC10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave